ECLI:NL:RBDHA:2023:2728
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublinverordening: Verantwoordelijkheid Italië en interstatelijk vertrouwensbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 maart 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, van Syrische nationaliteit, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat Italië niet langer verantwoordelijk is omdat er meer dan twaalf maanden zijn verstreken sinds hij Italië heeft verlaten en hij langer dan vijf maanden in andere lidstaten heeft verbleven. Eiser heeft ook zijn kwetsbaarheid en angst voor terugkeer naar Italië ingeroepen, onderbouwd met diverse juridische uitspraken en documenten.
De rechtbank heeft de zaak op 23 februari 2023 behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, oordelend dat de Italiaanse autoriteiten het verzoek om overname hebben aanvaard binnen de gestelde termijn en dat er geen reden is om aan te nemen dat Italië zijn verplichtingen niet nakomt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de situatie in Italië, hoewel er tekortkomingen zijn, niet zodanig is dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet meer kan worden gehanteerd. Eiser heeft niet voldoende onderbouwd dat zijn individuele omstandigheden aanleiding geven om van dit beginsel af te wijken. De rechtbank concludeert dat er geen reëel risico is op een behandeling in strijd met de mensenrechten bij overdracht aan Italië. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.