ECLI:NL:RBDHA:2023:2731
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 maart 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, van Syrische nationaliteit, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij onder andere heeft aangevoerd dat er niet langer van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan, gezien de situatie van asielzoekers in Italië en de recente circular letter van de Italiaanse autoriteiten.
De rechtbank heeft de zaak op 23 februari 2023 behandeld en op basis van de ingediende gronden en de situatie in Italië geoordeeld dat de staatssecretaris terecht heeft besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen. De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel er tekortkomingen zijn in de opvang en asielprocedure in Italië, er geen bewijs is dat Dublinclaimanten in Italië geen toegang hebben tot de asielprocedure of opvangvoorzieningen. De rechtbank heeft ook de door eiser aangevoerde individuele omstandigheden, zoals het feit dat hij een zus in Nederland heeft, niet als voldoende geacht om de asielaanvraag aan zich te trekken.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.