ECLI:NL:RBDHA:2023:322
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Openbaarheid van bestuur; verzoek om documenten en informatie over werkzaamheden centrummanager
In deze zaak heeft eiser, wonende in [woonplaats], beroep ingesteld tegen het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk. De zaak betreft een verzoek om openbaarmaking van documenten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Eiser heeft verzocht om informatie over de werkzaamheden van de heer [A.] als centrummanager, relatiebeheerder economie en strategisch adviseur vastgoed in de periode van 2016 tot en met 2020. Verweerder heeft in eerste instantie informatie verstrekt, maar heeft geweigerd om bepaalde documenten, zoals salarisgegevens en loonstroken, openbaar te maken, en heeft enkele namen geanonimiseerd ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
De rechtbank heeft op 20 januari 2023 uitspraak gedaan. Eiser heeft betoogd dat verweerder niet aannemelijk heeft gemaakt dat er geen aanvullende documenten zijn en dat de weigering om salarisgegevens te verstrekken onterecht was. De rechtbank oordeelt dat verweerder voldoende heeft aangetoond dat er geen verdere documenten onder hem berusten en dat de bescherming van de persoonlijke levenssfeer zwaarder weegt dan het belang van openbaarheid in dit geval. Eiser is niet gehoord over zijn bezwaarschrift, maar de rechtbank oordeelt dat dit verzuim kan worden gepasseerd omdat eiser in beroep zijn standpunt heeft kunnen toelichten.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat verweerder de proceskosten van eiser niet hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.