Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 januari 2023 uitspraak gedaan in een vervolgberoep van eiser tegen de maatregel van bewaring die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. Eiser, die de Marokkaanse nationaliteit heeft, had op 15 december 2022 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en heeft op 16 januari 2023 het onderzoek gesloten. Eiser heeft echter na het sluiten van het onderzoek beroepsgronden ingediend, die te laat bleken te zijn.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zijn beroepsgronden niet tijdig heeft ingediend, maar heeft deze desondanks in de beoordeling betrokken. Eiser voerde aan dat verweerder onvoldoende voortvarend werkte aan zijn uitzetting, maar de rechtbank oordeelde dat verweerder voldoende voortvarend handelde. De rechtbank concludeerde dat het tijdsverloop van één maand niet voldoende was om te concluderen dat verweerder niet voortvarend handelde. Eiser stelde ook dat verweerder een lichter middel had moeten toepassen, maar de rechtbank volgde dit standpunt niet en verwees naar een eerdere uitspraak waarin was geoordeeld dat verweerder niet verplicht was om een lichter middel op te leggen.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.