ECLI:NL:RBDHA:2024:18618
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep bewaring en voortvarend handelen in vreemdelingenzaken
Op 12 november 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortduring van de maatregel van bewaring van een eiser met Ghanese nationaliteit. De maatregel was eerder opgelegd op 26 juni 2024 op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en heeft het onderzoek op 11 november 2024 gesloten.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring en het voortduren daarvan eerder rechtmatig zijn bevonden. De toetsing richtte zich op de periode na 11 oktober 2024. Eiser voerde aan dat de verweerder onvoldoende voortvarend handelt in het vertrekproces, maar de rechtbank concludeerde dat verweerder voldoende inspanningen heeft geleverd, ondanks de afhankelijkheid van de medewerking van de Ghanese autoriteiten en eiser zelf. Eiser had ook aangegeven niet te zullen meewerken aan een presentatie, wat bijdroeg aan de voortduren van de maatregel.
De rechtbank oordeelde dat eiser toegang heeft tot medische ondersteuning in het detentiecentrum en dat er geen bewijs was dat deze hulp onvoldoende beschikbaar was. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard en werd het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.