ECLI:NL:RBDHA:2024:21289
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vernietiging ontslag op staande voet en wedertewerkstelling in een arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 31 oktober 2024 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoeker] tegen zijn werkgever, Octagon Professionals International B.V. [verzoeker] had verzocht om vernietiging van het ontslag op staande voet dat hem op 10 juli 2024 was gegeven. Hij stelde dat het ontslag onterecht was, omdat de redenen die door Octagon werden aangevoerd niet specifiek waren en pas veertien dagen na het laatste contact met hem waren gecommuniceerd. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 oktober 2024 was Octagon niet verschenen, waardoor de kantonrechter zich voornamelijk baseerde op de onweersproken feiten die [verzoeker] naar voren had gebracht.
De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet vernietigd moest worden, omdat Octagon niet had voldaan aan de vereisten van onverwijlde mededeling van de reden van ontslag. Tevens werd Octagon veroordeeld om [verzoeker] toe te laten op de werkvloer en zijn salaris van € 3.100,00 bruto per maand te betalen, met een wettelijke verhoging van 50% over de uitstaande bedragen. De kantonrechter wees ook de proceskosten toe aan [verzoeker].
De beslissing van de kantonrechter benadrukt het belang van duidelijke communicatie en de noodzaak voor werkgevers om zich aan de wettelijke vereisten te houden bij het beëindigen van een arbeidsovereenkomst. Het vonnis bevestigt dat werknemers recht hebben op een eerlijke behandeling en dat werkgevers verantwoordelijk zijn voor het tijdig en correct communiceren van ontslagredenen.