ECLI:NL:RBDHA:2024:22521
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf voor gezinshereniging van Syrische eiser
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 oktober 2024 uitspraak gedaan in het beroep van een Syrische eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van gezinshereniging. De eiser, die sinds 15 juli 2021 een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft, heeft op 13 september 2021 een aanvraag ingediend voor gezinshereniging met zijn moeder, broer en zussen. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 12 december 2022 afgewezen, en het bezwaar van de eiser tegen deze afwijzing is bij het besluit van 17 januari 2024 niet gehonoreerd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de moeder en de familierechtelijke relatie tussen eiser en zijn moeder aannemelijk zijn gemaakt, maar dat de identiteit van en de familierechtelijke relatie met de broer en zussen niet aannemelijk zijn gemaakt. De eiser heeft het overlijden van zijn vader niet met documenten kunnen onderbouwen en heeft inconsistent verklaard over dit overlijden. Bovendien is er geen toestemmingsverklaring overgelegd waaruit blijkt dat de minderjarige zussen zich in Nederland mogen vestigen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de belangenafweging in het nadeel van de eiser en zijn familieleden uitvalt, en heeft het beroep ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft verder overwogen dat, hoewel eiser onder het jongvolwassenenbeleid valt en er hechte persoonlijke banden zijn tussen eiser, zijn moeder en zijn minderjarige zussen, er geen sprake is van gezinsleven met zijn meerderjarige broer. De rechtbank heeft de argumenten van eiser over zijn psychische problemen en de gevolgen daarvan voor zijn verklaringen niet overtuigend geacht. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de minister de aanvraag van eiser terecht heeft afgewezen en dat de belangen van de minderjarige zussen niet in het geding zijn gekomen door het ontbreken van een toestemmingsverklaring.