In deze zaak heeft de Stichting Kinderopvang Morgen, eiseres, beroep ingesteld tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), verweerder, wegens het niet tijdig beslissen op een herbeoordelingsverzoek van een WIA-uitkering. Eiseres heeft op 6 juli 2023 verzocht om een herbeoordeling, maar het Uwv heeft hierop niet tijdig gereageerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is. De rechtbank heeft verweerder een termijn van negen weken gegeven om alsnog een besluit bekend te maken, en heeft bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Tevens is het Uwv veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres. De uitspraak is gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht, omdat het beroep kennelijk gegrond was. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de structurele problemen bij het Uwv, zoals een tekort aan verzekeringsartsen, die de tijdige besluitvorming beïnvloeden.