ECLI:NL:RBDHA:2025:12724
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep bewaring en zicht op uitzetting Algerije
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 juli 2025 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van een Algerijnse eiser. De maatregel van bewaring was opgelegd door de minister van Asiel en Migratie op 23 mei 2025, op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en heeft het onderzoek op 14 juli 2025 gesloten.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring eerder rechtmatig was bevonden, en dat de beoordeling nu alleen betrekking heeft op de periode na 4 juni 2025. Eiser heeft aangevoerd dat er geen zicht is op uitzetting naar Algerije en dat de minister onvoldoende voortvarend handelt. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er geen aanknopingspunten zijn voor het oordeel dat er geen zicht op uitzetting is. De minister heeft voldoende inspanningen geleverd, waaronder het versturen van rappels naar de Algerijnse autoriteiten.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.