ECLI:NL:RBDHA:2025:12891
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en overdracht aan Frankrijk in het kader van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, vertegenwoordigd door mr. J.I.T. Sopacua, heeft op 16 januari 2025 een asielaanvraag ingediend, maar verweerder, de minister van Asiel en Migratie, heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen op basis van de Dublinverordening, omdat Frankrijk verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank heeft de zaak op 18 juni 2025 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder.
De rechtbank overweegt dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij overdracht aan Frankrijk een reëel risico loopt op schending van artikel 3 van het EVRM. Eiser heeft geen relevante landeninformatie over Frankrijk overgelegd en de rechtbank concludeert dat de Franse autoriteiten de asielaanvraag van eiser in behandeling zullen nemen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser ongelijk krijgt en kan worden overgedragen aan Frankrijk. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door mr. S.N. Abdoelkadir en is openbaar gemaakt op 15 juli 2025.