ECLI:NL:RBDHA:2025:13394
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring en zicht op uitzetting van Algerijnse vreemdeling in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 juli 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Algerijnse vreemdeling. De eiser, die op 12 februari 2025 de maatregel van bewaring opgelegd kreeg, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot 16 juni 2025, en dat er sindsdien voldoende zicht op uitzetting naar Algerije is. Eiser heeft aangevoerd dat er geen zicht is op uitzetting, omdat zijn aanvraag voor een laissez-passer (LP) nog niet is afgegeven en verweerder onvoldoende voortvarend handelt. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de presentatie van eiser aan de Algerijnse autoriteiten op 8 juli 2025 en de daaropvolgende acties van verweerder voldoende zijn om te concluderen dat er wel degelijk zicht op uitzetting is. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.