ECLI:NL:RBDHA:2025:8343
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring en voortduren van de maatregel van bewaring in het bestuursrecht met betrekking tot Algerijnse nationaliteit
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 mei 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Algerijnse eiser. De eiser, die op 12 februari 2025 in bewaring is gesteld, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot het sluiten van het onderzoek op 7 april 2025. De eiser heeft aangevoerd dat er geen zicht op uitzetting naar Algerije is, aangezien hij al bijna drie maanden in bewaring zit en er geen reactie is gekomen van de Algerijnse autoriteiten op zijn aanvraag voor een laissez-passer. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen reden is om aan te nemen dat het zicht op uitzetting ontbreekt, aangezien de Algerijnse autoriteiten de aanvraag niet hebben afgewezen en de eiser zelf onvoldoende inspanningen heeft geleverd om zijn identiteit en nationaliteit te onderbouwen. Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat de verweerder voldoende voortvarend heeft gehandeld in de uitzettingsprocedure, met meerdere rappelbrieven en een vertrekgesprek. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van de eiser ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.