In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 28 juli 2025 uitspraak gedaan in een beroep ingesteld door Stichting [eiseres] tegen de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres heeft beroep ingesteld wegens het uitblijven van een beslissing op een herbeoordelingsverzoek van een WIA-uitkering voor een (ex-)werknemer. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een beslissing door het Uwv is overschreden. Eiseres had op 23 april 2025 beroep ingesteld, nadat het Uwv op 23 april 2024 een herbeoordeling had aangevraagd. De rechtbank heeft geoordeeld dat het Uwv binnen negen weken na de uitspraak een besluit moet nemen, en dat er een dwangsom van € 100,- per dag moet worden opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft ook bepaald dat het door eiseres betaalde griffierecht moet worden vergoed en dat het Uwv de proceskosten van eiseres moet vergoeden, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. J. Schaaf, in aanwezigheid van griffier S.I. Teunissen.