Op 1 augustus 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de maatregel van bewaring van een vreemdeling, eiser, die door de minister van Asiel en Migratie was opgelegd op 22 februari 2025. De rechtbank heeft eerder al uitspraken gedaan over het voortduren van deze maatregel op 11 maart, 2 mei en 22 juli 2025. Eiser heeft opnieuw beroep ingesteld tegen het voortduren van de maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft op 29 juli 2025 besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en het onderzoek gesloten.
De rechtbank heeft het toetsingskader uiteengezet, waarbij zij oordeelt dat de maatregel van bewaring rechtmatig was tot het sluiten van het onderzoek op 16 juli 2025. Eiser betoogde dat het ontbreken van een identiteitsbewijs het voortduren van de maatregel niet kon rechtvaardigen, maar deze beroepsgrond werd verworpen. De rechtbank concludeerde dat de gronden voor de maatregel van bewaring nog steeds geldig waren en dat er zicht op uitzetting naar Gambia bestond, ondanks technische problemen met de vingerafdrukapparatuur.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen nieuwe gronden zijn die de rechtmatigheid van de maatregel in twijfel trekken. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.