Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 augustus 2025 in de zaak tussen
[eiser 1], v-nummer: [nummer 1], eiser
de minister van Asiel en Migratie,
Procesverloop
Overwegingen
3a. Nederland niet op de voorgeschreven wijze zijn binnengekomen, dan wel een poging daartoe hebben gedaan;
3d. niet dan wel niet voldoende meewerken aan het vaststellen van hun identiteit en nationaliteit;
3f. zich zonder noodzaak hebben ontdaan van hun reis- of identiteitsdocumenten;
3k. een overdrachtsbesluit hebben ontvangen en geen medewerking verlenen aan de overdracht aan de lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van hun asielverzoeken;
3m. een overdrachtsbesluit hebben ontvangen en onmiddellijke overdracht of overdracht op zeer korte termijn noodzakelijk is ten behoeve van het realiseren van de overdracht binnen zes maanden na het akkoord van de lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van zijn asielverzoek;
en als lichte gronden vermeld dat eisers:
4a. zich niet aan een of meer andere voor hen geldende verplichtingen van hoofdstuk 4 van het Vb hebben gehouden;
4c. geen vaste woon- of verblijfplaats hebben;
4d. niet beschikken over voldoende middelen van bestaan.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af;