ECLI:NL:RBDHA:2025:16898
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en overdracht aan Polen onder de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, op 12 september 2025, wordt het beroep van eiser tegen de besluiten van de minister van Asiel en Migratie behandeld. Eiser had asiel aangevraagd, maar de minister weigerde deze in behandeling te nemen op basis van de Dublinverordening, omdat Polen verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank beoordeelt de argumenten van eiser, die stelt dat zijn leeftijd onjuist is geregistreerd en dat de minister niet kan uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Polen. De rechtbank concludeert dat de minister terecht heeft besloten om de asielaanvraag niet in behandeling te nemen en dat de verlenging van de overdrachtstermijn naar Polen gerechtvaardigd is. Eiser heeft niet aangetoond dat er bijzondere omstandigheden zijn die een tijdelijke verblijfsvergunning op humanitaire gronden rechtvaardigen. De rechtbank verklaart beide beroepen ongegrond.