AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Asielaanvraag van Libische eiser met betrekking tot stamherkomst en risicogroepenbeleid
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. Eiser, geboren in 1992 en van Libische nationaliteit, heeft op 4 oktober 2022 een opvolgende aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend. Hij verzoekt om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat hij wordt overgedragen totdat op zijn beroep is beslist. De rechtbank heeft de zaak op 15 juli 2025 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder en een tolk. De rechtbank oordeelt dat de minister de asielaanvraag van eiser ten onrechte heeft afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser heeft zijn eerste asielaanvraag in 2015 ingediend, die is afgewezen, en heeft sindsdien meerdere aanvragen gedaan. De rechtbank stelt vast dat de minister de aanvraag van eiser aan het nieuwe risicoprofielenbeleid heeft getoetst, terwijl de aanvraag is ingediend onder het oude risicogroepenbeleid. De rechtbank concludeert dat eiser aannemelijk heeft gemaakt dat hij behoort tot een risicogroep vanwege zijn stamherkomst en dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom dit niet het geval zou zijn. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de minister op om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, waarbij het oude beleid in acht moet worden genomen. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen, en eiser krijgt een vergoeding van zijn proceskosten.
Voetnoten
1.Uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Utrecht, zaaknummer AWB 16/2369.
2.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
3.Zaaknummer 201607263/1/V2 en 201607263/2/V2.
4.Uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Rotterdam, zaaknummer NL17.4830.
5.Zaaknummers 201706454/1/V2 en 201706454/2/V2.
6.Op grond van artikel 30b, eerste lid, onder g, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000).
7.Richtlijn 2011/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 inzake normen voor de erkenning van onderdanen van derde landen of staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, voor een uniforme status voor vluchtelingen of voor personen die in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming, en voor de inhoud van de verleende bescherming (herschikking).
9.Zie het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 13 juni 2024, nummer WBV 2024/12, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc 2000).
10.Paragraaf C7/22.3.2 van de Vc 2000.
11.Zie de uitspraak van de Afdeling van 13 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:433, rechtsoverweging 2.1. 12.Team Onderzoek en Expertise Land en Taal.
14.Zie vanaf pagina 24 van het deskundigenrapport.
15.Zie pagina 72 van het algemeen ambtsbericht.
16.Zie onder andere onder paragraaf 3 van de nadere reactie van [de persoon] (behorende bij de zienswijze).
17.Zie onder paragraaf 5 van de nadere reactie van [de persoon] (behorende bij de zienswijze).