AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Nietigheid van kansspelovereenkomst wegens ontbreken vergunning
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 maart 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de vennootschap Trannel International Limited. De eiser had een kansspelovereenkomst gesloten met Trannel, die niet beschikte over de vereiste vergunning om kansspelen in Nederland aan te bieden, zoals voorgeschreven door de Wet op de Kansspelen (Wok). De rechtbank oordeelde dat de kansspelovereenkomst in strijd was met artikel 1 lid 1 onder a Wok, waardoor deze nietig was op grond van artikel 3:40 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De rechtbank verklaarde dat de overeenkomst nietig was en veroordeelde Trannel tot terugbetaling van het door de eiser verloren bedrag van € 271.301,04, op basis van onverschuldigde betaling. De rechtbank behandelde ook de procedure, waarin de eiser en Trannel hun standpunten naar voren brachten, en concludeerde dat Trannel in strijd had gehandeld met de vergunningsplicht. De uitspraak benadrukt de noodzaak van vergunningen voor kansspelaanbieders in Nederland en de bescherming van consumenten tegen ongereguleerde kansspelen.
Voetnoten
1.Tweede Kamer, vergaderjaar 2001-2002, 24 036 en 24 557, nr. 257, blz. 4.
2.Tweede kamer, vergaderjaar 2004-2005, 24 557 en 29 800 VI, nr. 47. blz. 1.
3.Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 33 996, nr. 3, blz. 2.
4.Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking), PbEU 2012, L 351/1.
5.Verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst, PbEU 2008, L 177/6 (Rome I).
6.Verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen, PbEU 2007, L 199/40 Had (Rome II).
8.Hof van Justitie van 3 juni 2010, C-258/08, ECLI:EU:C:2010:308, (Ladbrokes).
9.ECLI:NL:HR:2012: BT6689 (Ladbrokes/De Lotto).
11.Zie Asser/Sieburgh 6-III 2022/319.
12.Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 30 137, nr. 8.
16.type: 1554