ECLI:NL:RBDHA:2025:8729
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Rechtsgeldigheid van de maatregel van bewaring en schadevergoeding in vreemdelingenzaken
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen de maatregel van bewaring beoordeeld. Eiser, vertegenwoordigd door mr. J.S.W. Boorsma, heeft beroep ingesteld tegen de aan hem opgelegde maatregel van bewaring op grond van de Vreemdelingenwet 2000. De maatregel is opgelegd op 27 februari 2025 en eerder getoetst in een uitspraak van 18 maart 2025. De minister heeft de maatregel op 28 maart 2025 opgeheven, omdat eiser zijn asielaanvraag had ingetrokken. De rechtbank heeft het vooronderzoek gesloten en de zaak op zitting behandeld op 9 april 2025.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring van 27 februari 2025 onrechtmatig is voortgeduurd van 24 maart 2025 tot de opheffing op 28 maart 2025. Dit leidt tot een schadevergoeding van € 500,- voor de vijf dagen onrechtmatige detentie. De rechtbank verklaart het beroep tegen de maatregel van bewaring van 27 februari 2025 gegrond, maar het beroep tegen de maatregel van 28 maart 2025 ongegrond. De rechtbank veroordeelt de Staat der Nederlanden tot het betalen van de schadevergoeding en de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 907,-.