ECLI:NL:RBGEL:2013:2042
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Fiscale partnerschap en aftrek levensonderhoud bij belastingaanslag
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 1 augustus 2013 uitspraak gedaan in een belastingkwestie waarbij eiser, een ouder, in beroep ging tegen de afwijzing van zijn verzoek om aftrek van uitgaven voor levensonderhoud van zijn zoon. De zoon was in het betrokken jaar de fiscale partner van een huisgenoot en ontving een studielening en een onkostenvergoeding. Eiser had een bedrag van € 8.400 in aftrek gebracht voor levensonderhoud van zijn zoon, maar de Belastingdienst weigerde deze aftrek, wat leidde tot het beroep. De rechtbank oordeelde dat het fiscale partnerschap van de zoon niet automatisch in de weg staat aan de aftrek van uitgaven voor levensonderhoud door de ouder. Echter, het beschikbare vermogen van de zoon, dat ongeveer € 20.000 bedroeg, was een belangrijke factor in de beoordeling. De rechtbank concludeerde dat de ouder zich niet redelijkerwijs gedrongen kon voelen om bij te dragen aan het levensonderhoud van de zoon, gezien het vermogen van de zoon en de omstandigheden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, evenals de bezwaren tegen de in rekening gebrachte heffingsrente. De uitspraak benadrukt de voorwaarden waaronder persoonsgebonden aftrekken voor levensonderhoud van kinderen kunnen worden geclaimd, en de rol van het vermogen van de ondersteunde in deze beoordeling.