Uitspraak
[X] , wonende te [Z] , verzoeker(gemachtigde: mr. [gemachtigde] ),
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Arnhem, verweerder.
De belastingaanslag waartegen bezwaar is gemaakt
Zitting
Beslissing
Overwegingen
3 september 2018.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak verzoekt de belanghebbende om onbeperkte inzage in de op de zaak betrekking hebbende stukken in de bezwaarfase tegen een belastingaanslag. De Belastingdienst beroept zich op zwaarwichtige redenen om bepaalde stukken geheim te houden, zoals vastgelegd in artikel 7:4, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter wijst het verzoek af, ondanks het fundamentele recht van de belanghebbende op inzage. De rechter oordeelt dat de Belastingdienst de beslissing om de stukken niet volledig vrij te geven voldoende heeft gemotiveerd. De voorzieningenrechter hanteert een terughoudende toetsing, gezien de zaak zich nog in de bezwaarfase bevindt, en benadrukt dat de bestuursrechter in een latere beroepsprocedure verantwoordelijk is voor de beoordeling van (gedeeltelijke) geheimhouding.
De zaak betreft een belastingaanslag schenkbelasting van 10 januari 2018, met een bedrag van € 323.201, en een vergrijpboete van hetzelfde bedrag. Tijdens de zitting op 3 september 2018 zijn zowel de gemachtigde van de verzoeker als de vertegenwoordigers van de Belastingdienst aanwezig. De voorzieningenrechter overweegt dat er een inhoudelijk verband bestaat tussen het verzoek om inzage en de belastingaanslag, en dat de redelijkheid van de procesbeslissing van de Belastingdienst met enige terughoudendheid moet worden beoordeeld. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen reden is om aan te nemen dat er stukken zijn die niet zijn vermeld en dat de beperkte kennisname in deze bezwaarprocedure niet onredelijk is. Uiteindelijk wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, en er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend.