Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 maart 2021 van Dexia, met producties,
- de conclusie van antwoord van [gezamenlijke gedaagden] , met productie,
- de conclusie van repliek van Dexia, tevens akte (voorwaardelijke) wijziging eis, met producties,
- de conclusie van dupliek van [gezamenlijke gedaagden] , met producties,
- de rolmededeling van 16 juni 2022;
- de akte van Dexia van 1 september 2022,
- de akte van [gezamenlijke gedaagden] van 29 september 2022.
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling4.1. Het gaat in deze zaak om een financieel product dat tussen 1990 en 2003 in Nederland ongeveer één miljoen keer is verkocht, namelijk een effectenleaseovereenkomst. Kenmerk van dit product is, dat de afnemer van het product met geleend geld belegt. Na het instorten van de aandelenmarkt zijn vele afnemers geconfronteerd met restschulden en andere verliezen. In de afgelopen 15 á 20 jaar zijn in Nederland hierover duizenden procedures gevoerd, waarbij Dexia vaak één van de procespartijen was. Door belangenbehartigers van afnemers en vertegenwoordigers van aanbieders van deze producten is, in het kader van de WCAM, een regeling getroffen, die bij beschikking van het Gerechtshof Amsterdam van 25 januari 2007 algemeen verbindend is verklaard. Enkele tienduizenden afnemers hebben deze regeling niet geaccepteerd en tijdig een opt-out-verklaring ingediend, onder wie [gezamenlijke gedaagden]
afwachten ontwikkelingen in de jurisprudentie
In recente uitspraken van de diverse rechtbanken zijn bestendige oordelen te vinden voor wat betreft de stellingen en verweren van partijen die zien op (onder andere) de volmacht van Leaseproces, de klachtplicht en verjaring. Voor zover in deze zaak geen andere, afwijkende standpunten zijn ingenomen door één van de partijen, wordt op de aan (de gemachtigde van) partijen bekende overwegingen, ook in deze zaak geoordeeld dat er geen reden is om aan te nemen dat de verweren omtrent de verjaring doel treffen.
De door [gezamenlijke gedaagden] gestelde feiten en omstandigheden dienen voldoende concreet te zijn en zo mogelijk voorzien van onderbouwing. Voor zover Dexia de gestelde feiten en omstandigheden betwist, dient die betwisting eveneens voldoende gemotiveerd te zijn.
Bij de beoordeling of de stellingen voldoende concreet en onderbouwd zijn en of het verweer voldoende gemotiveerd is weegt mee, dat beide partijen al zeer lange tijd – in elk geval sinds de opt-out door [gezamenlijke gedaagden] in 2007 - weten dat over de totstandkoming van de overeenkomst en de afwikkeling daarvan een gerechtelijke procedure gevoerd zal (kunnen) worden, zodat van hen verlangd mag worden de voor hun procespositie relevante informatie en stukken te hebben verzameld en bewaard.
“(…) Recentelijk heeft u de wintereditie van “Het Effect van Spaar Select” ontvangen. Hierin heeft u onder meer kunnen lezen datProfit Effecttot‘Financieel Product van het jaar’is genomineerd. En dat is niet voor niets. Profit Effect kan immerstot vijfmaal zoveel opleveren als zelf beleggen.Profit Effect is een dermate scherp geprijsd product dat het voor de aanbiedende Bank Labouchere een verliesgevend product is geworden. Bank Labouchere heeft om die reden dan ook besloten om Profit Effectper 1 januari a.s. uit het assortimentte halen. Wij willen u als abonneehouder nog eenmaal de kans geen om te profiteren van dit zeer aantrekkelijke product. (…) Voor een uitgebreide en heldere uitleg van Profit Effect verwijs ik u naar pagina 14 van ‘Het Effect van Spaar Select’. Indien u geïnteresseerd bent, verzoeken wij u omzelf telefonisch contact op te nemen met de Spaar Select-vestiging bij u in de buurt,(…)”.
esterende termijnen