Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
2.De zaak in het kort
essentieelfoerageergebied is, kan woningbouw alsnog worden toegestaan.
€ 20.000,00 aan contractuele boetes en de betaling van buitengerechtelijke en proceskosten.
3.De beoordeling
haar medewerking te verlenen aan het in exploitatie brengen van bedoelde gronden, indien voldoende waarborgen worden getroffen voor een goede ontwikkeling.” Dit laatste houdt volgens Vabeog verband met de toepasselijkheid van de Exploitatieverordening gemeente Neder-Betuwe 2005; de Gemeente heeft aangevoerd dat hiermee wordt gedoeld op het vereiste van een goede ruimtelijke ordening, waaraan moest zijn voldaan voordat een bestemmingsplan kon worden vastgesteld. Beide partijen hebben onvoldoende aanknopingspunten voor de juistheid van hun standpunt naar voren gebracht en de tekst van de overeenkomst wijst ook niet duidelijk in de ene of andere richting. Uit de geciteerde bepaling volgt wel voldoende duidelijk dat de medewerking van de Gemeente in dat opzicht voorwaardelijk was dat een nadere beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ontwikkeling zou plaatsvinden. Dit duidt erop dat de Gemeente medewerking wilde verlenen in die zin dat zij een bestemmingsplanprocedure zou doorlopen. Dat de Gemeente hoe dan ook een bestemmingsplan zou moeten vaststellen, kan niet uit de tekst van de overeenkomst of andere gestelde feiten en omstandigheden worden afgeleid.
30 juni 2008 bij de overeenkomst hoort.
als een soort vlekkenplan uitgewerkt, waardoor een flexibele invulling a.g.v. mogelijk veranderende marktomstandigheden, kan plaatsvinden,” aldus het gespreksverslag.
23 december 2008 staat het volgende: “
Er is een concept-bestemmingsplan, gebaseerd op ontwikkelovereenkomst. Het is een gedetailleerd bestemmingsplan, met rechtstreekse bouwtitel. Er heeft bij het ondertekenen van de ontwikkelovereenkomst met Vahstal (rb: Vabeog) een wijziging van de verkaveling plaatsgevonden, o.a. twee-onder-een-kap naar rijwoningen. Dit heeft tot gevolg dat er te weinig parkeerplaatsen zijn (…) Parkeren: - nog extra parkeerplaatsen zoeken als gevolg van wijziging verkaveling.”
15 december 2011 aan Vabeog gevraagd wanneer zij de ontwikkeling van het Triangel ter hand zou nemen. Tijdens een gesprek met de Gemeente op 11 januari 2012 heeft Vabeog aangegeven de ontwikkeling op te pakken. In een brief van 20 september 2012 schrijft de Gemeente vervolgens dat zij benieuwd is naar de voortgang van de ontwikkeling en de planning. De Gemeente heeft aangevoerd dat er daarna geen contact is geweest met Vabeog, totdat Vabeog in april 2021 een principeverzoek indiende voor het eerste deel van de locatie. Hiernaar gevraagd op de zitting heeft Vabeog dit niet voldoende gemotiveerd betwist. Vabeog heeft niet gesteld dat zij de Gemeente heeft verzocht om uitwerking en de opvatting dat de Gemeente dit uit eigen beweging had moeten doen in een situatie waarin de precieze uitwerking van het gewijzigde verkavelingsplan van Vabeog en de planning van Vabeog niet duidelijk waren, kan niet als juist worden aanvaard. Wel heeft Vabeog nog gesteld dat zij pas in 2021 aan de bel heeft getrokken omdat er een fasering was afgesproken waarin de woningen van [naam 1] eerst zouden worden gerealiseerd. Maar als dat juist is, valt te minder in te zien waarom de Gemeente zou zijn tekortgeschoten door de bestemming niet uit te werken in de periode tot 2021. Bij dit alles is van belang dat de Gemeente een grote mate van vrijheid toekomt ten aanzien van het tijdstip en de wijze waarop een bestemmingsplan wordt uitgewerkt. [5] Dat deze vrijheid contractuele beperkingen kende waaraan de Gemeente zich niet heeft gehouden, heeft Vabeog niet gesteld. Ook op dit punt is een tekortkoming van de Gemeente dus niet komen vast te staan.
om recht te doen aan uw mening en als gebaar van goede wil is besloten om de waterberging langs de Cuneraweg (binnen het plangebied) een dubbelbestemming natuur te geven en het gebied in te richten als voedselgebied voor de steenuil.” De beslissing op bezwaar van 15 juni 2011 vermeldt dat door de woningbouw in het gebied een deel van het foerageergebied van de steenuil verloren gaat. Uit de beslissing volgt onder meer dat de volgende maatregelen moeten worden uitgevoerd: “
De waterberging langs de Cuneraweg (binnen het plangebied) krijgt een dubbelbestemming natuur en het gebied wordt ingericht als voedselgebied voor de steenuil. (…) U dient een ecologisch werkprotocol op te stellen met daarin alle voorschriften.” Door het uitvoeren van deze maatregelen en het bestaan van voldoende uitwijkmogelijkheden wordt voorkomen dat de verbodsbepalingen van artikel 11 van de Flora- en Faunawet worden overtreden, aldus de beslissing op bezwaar.
15 juni 2011 en vervolgens opgenomen in het bestemmingsplan ‘Triangel’. In het bestemmingsplan ‘Het Katsland ong. Ochten’, dat is vastgesteld op 9 maart 2017 is de dubbelbestemming ‘natuur’ gehandhaafd en naar de noordzijde opgeschoven.
15 juni 2011, dat wil zeggen als voedselgebied voor de steenuil met een kruidenrijk grasmengsel en intensieve begrazing. Dit levert een tekortkoming in de nakoming van de inspanningsverplichting van de Gemeente onder de ontwikkelovereenkomst op, omdat de Gemeente hiermee vermijdbaar heeft nagelaten om de waterberging als alternatief foerageergebied in te richten terwijl zij deze maatregel zelf heeft voorgesteld om woningbouw op het perceel van Vabeog planologisch mogelijk te kunnen maken.
18 appartementen door [naam 1] aan de noordzijde van het plangebied. Volgens Vabeog ligt aan deze gedoogbeschikking mede de motivering ten grondslag die in de e-mail van de Omgevingsdienst Rivierenland van 21 mei 2019 is weergegeven (zie hiervoor in 3.32). In het licht van die e-mail en het feit dat het kennelijk gaat om een ontsluitingsweg die tijdelijk zou worden gebruikt voor bouwverkeer, is evenwel niet duidelijk geworden waarom het nemen van de gedoogbeschikking ertoe kon leiden dat het perceel van Vabeog tot essentieel foerageergebied zou verworden. Waarom het nemen van die beschikking in het licht van de gevolgen daarvan voor het kunnen vaststellen van een uitwerkingsplan voor dat perceel een tekortkoming oplevert, heeft Vabeog niet voldoende gemotiveerd.
“Ter zake van het bouw- en woonrijp maken, wordt door de Gemeente een bestek vervaardigd.”
€ 6.775,- wordt afgewezen. Het Besluit vergoeding voor buitenrechtelijke incassokosten is niet van toepassing, zodat de vergoeding uitsluitend toewijsbaar is indien de kosten niet zien op verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling een vergoeding pleegt in te sluiten (artikel 241 Rv). Dat dit het geval is, heeft Vabeog onvoldoende gemotiveerd, nu zij in de dagvaarding slechts spreekt over ‘werkzaamheden’, ‘inspanningen’ en ‘correspondentie’.
4.De beslissing
3 september 2025.