Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
2.Kern van het geschil
3.De feiten
5.Standpunten van partijen
6.Beoordeling van het geschil
Leap24/Enexis); Rb. Gelderland 20 december 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:6995 (
Noordoostpolder/Liander) en Rb. Oost-Brabant 13 september 2023, ECLI:NL:RBOBR:2023:6120 (
LT Netherlands/Enexis).] De ACM volgt het standpunt niet dat de 18-wekentermijn uit artikel 23, vierde lid, van de E-wet, geldend is. De ACM stelt zich op het standpunt zoals hierboven omschreven, dat er sprake moet zijn van een redelijke aansluittermijn te beoordelen aan de omstandigheden van het geval.
7.Dictum
4.Het geschil
5.De beoordeling
aansluitingop het door hem beheerde net. Lid 4, eerste zin, van dit artikel houdt in: “Een aansluiting wordt door de netbeheerder gerealiseerd binnen een redelijke termijn.”. Tot 22 februari 2025 bepaalde lid 4 van dit artikel verder (voor zover hier van belang) dat die redelijke termijn in ieder geval is verstreken wanneer de gevraagde aansluiting (voor kleinverbruikers) niet is gerealiseerd binnen 18 weken nadat het verzoek om aansluiting is ingediend.
transportvan elektriciteit uit te voeren. Die verplichting geldt niet voor zover de netbeheerder voor het gevraagde transport redelijkerwijs geen capaciteit ter beschikking heeft; de weigering om transport uit te voeren is met redenen omkleed.
“(…). Om aan deze taken te kunnen voldoen is primair vereist dat de fysieke infrastructuur, het net, in orde is. Er moet voldoende capaciteit (dat wil zeggen, voldoende leidingen van een voldoende zwaarte) aanwezig zijn om te voldoen aan de vraag naar aansluitingen op het net en transport van elektriciteit. (…)”. [4]
“dat de wetgever de termijn voor het realiseren van een aansluiting niet wettelijk mag voorschrijven, maar dat de ACM die moet vaststellen of goedkeuren.”. Ook de ACM zelf neemt als uitgangspunt dat zij zich als gevolg van de uitspraken van het HvJ EU voor de invulling van de termijn niet meer kan baseren op de in artikel 23, vierde lid, van de E-wet genoemde termijn van 18 weken voor aansluitingen kleiner dan 10 MVA. [11] Kortom: de 18-wekentermijn had in de hier relevante periode niet meer in de wet mogen staan en werd door de minister en de ACM op juridische gronden als niet-toepasbaar gezien, terwijl het tot 22 februari 2025 heeft geduurd voordat de termijn uit de wet werd gehaald. Het desondanks vasthouden aan uitsluitend de letter van deze wettekst als grondslag voor de vordering tot schadevergoeding, valt naar het oordeel van de rechtbank niet te billijken.
aangesloten.
transportop grond van artikel 24 lid E-wet heeft geweigerd. Reeds om die reden gaat de rechtbank voorbij aan het bij de mondelinge behandeling door WoonFriesland ingenomen standpunt dat Liander een uit lid 2 van artikel 24 E-wet voortvloeiende en in artikel 9.6 NCE nader uitgewerkte motiveringsplicht zou hebben geschonden.
“wat extra effort”) bedoeld heeft te stellen dat het meeviel met de ernst van de problemen rondom de bodemkwaliteit en de grondwatersituatie, volgt de rechtbank haar daarin niet. De omstandigheid dat een medewerker van Liander in de e-mail van 24 oktober 2023 vermeldt dat
“Uit de proefsleuven is gebleken dat het klei/leem is wat extra effort vraagt bij de graafwerkzaamheden”,brengt namelijk gezien de zinsopbouw niet mee dat met “wat” bedoeld is “weinig” of “een beetje”, zoals WoonFriesland heeft betoogd. De passage
“Sleuf veel hinder hebben jullie opgevoerd. Dit moet hinder zijn.”uit de e-mail van Liander van 23 oktober 2023 aan de aannemer leidt zonder context die ontbreekt, niet tot een ander oordeel, te minder nu daarop een dag later als antwoord is gekomen:
“Wij gaan het werk uitvoeren vanuit de bestekspost veel hinder.”.
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)