In deze zaak heeft de kantonrechter op 20 mei 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de besloten vennootschap MainBusiness b.v. en een managementassistente, hierna aangeduid als [verweerster]. De arbeidsovereenkomst van [verweerster] werd ontbonden per 1 juni 2015, zonder toekenning van een vergoeding naar billijkheid. De ontbinding vond plaats in het kader van een verzoek dat was ingediend door MainBusiness, die zich in een moeilijke financiële situatie bevond. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er gewichtige redenen waren voor de ontbinding, met name bedrijfseconomische redenen, waaronder het verlies van een grote opdrachtgever en de betalingsonmacht van MainBusiness. Tijdens de zitting erkende [verweerster] de noodzaak om het dienstverband te beëindigen, hoewel zij zich gemotiveerd verzette tegen het verzoek. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de omstandigheden zodanig waren veranderd dat de arbeidsovereenkomst niet langer kon voortduren. Tevens werd opgemerkt dat er een non-concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst was opgenomen, maar dat partijen overeenkwamen dat dit beding zou vervallen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten droeg. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. E.P. van Unen.