ECLI:NL:RBLIM:2020:3981
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.M.M. Kleijkers
- N.J.J. Derks-Voncken
- L.M.J.A. barones van Hövell tot Westerflier-Dassen
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van aanslag rioolheffing door rechtbank wegens onvoldoende onderbouwing van opbrengstlimiet
Op 4 juni 2020 heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in de bodemzaak tussen Stichting Wonen Limburg en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen. In deze zaak was in geschil of de aan de woningbouwvereniging opgelegde aanslagen voor rioolheffing rechtmatig waren. De rechtbank oordeelde dat het beroep van eiseres, Stichting Wonen Limburg, gegrond was. De rechtbank stelde vast dat verweerder onvoldoende inzicht had gegeven in de gehanteerde omslagrente, wat leidde tot de conclusie dat de verordening onverbindend was. Hierdoor kon de aanslag niet op een toereikende wettelijke grondslag berusten.
De rechtbank ging in haar overwegingen in op het gelijkheidsbeginsel en de Kaderrichtlijn Water, waarbij eiseres betoogde dat de aanslag in strijd was met het beginsel van 'de vervuiler betaalt'. De rechtbank verwierp dit standpunt, maar concludeerde dat de opbrengstlimiet niet was nageleefd. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en herroept de aanslag, waarbij verweerder werd veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten van eiseres. De uitspraak werd niet op een openbare zitting gedaan vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden uitgesproken wanneer dat weer mogelijk is.