Op 5 juni 2024 heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een zaak waarin eisers beroep aantekenden tegen de verleende omgevingsvergunning voor de wijziging van een winkelfunctie naar appartementen. De rechtbank oordeelde dat de besluiten van de gemeente Brunssum, die de omgevingsvergunning in twee fasen verleende, niet voldoende gemotiveerd waren met betrekking tot de goede ruimtelijke ordening. De rechtbank stelde vast dat de oppervlakte van de appartementen niet voldeed aan de beleidsregels en dat de gemeente onvoldoende had aangetoond dat het bouwplan in overeenstemming was met de woningbehoefte zoals vastgesteld in het Stec-rapport. De rechtbank vernietigde de bestreden besluiten en droeg de gemeente op om een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eisers. Daarnaast werden verzoeken om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn toegewezen, en werd de gemeente veroordeeld tot betaling van proceskosten aan eisers. De rechtbank concludeerde dat de omgevingsvergunning voor de eerste fase, die betrekking had op het afwijken van het bestemmingsplan, niet in stand kon blijven, terwijl de beroepsgronden tegen de tweede fase, die betrekking had op de bouwactiviteit, niet slaagden.