4.14.1.In de verklaring van [gedaagde] staat vermeld:
“a. In [geboortedatum] 2000 was ik 31 jaar oud. Ik ben gehuwd met [partner gedaagde] en samen hebben wij twee kinderen. Een dochter geboren op [geboortedatum] 1991 en een zoon geboren op [geboortedatum] 1994. Ik was werkzaam als onderhoudsmonteur bij [naam bedrijf] . Mijn vrouw was interieurverzorger bij het gemeentehuis.
b. Er kwam op een avond een verkoper aan de deur. Die had mooie verhalen om te sparen voor de toekomst. Samen hebben wij aan tafel gezeten. Mijn vrouw was daar niet bij aanwezig, want zij werkte in de avonden. Ook na dat gesprek heb ik mijn vrouw daar niets over verteld. Dat heb ik bewust gedaan, want zij houdt niet spaarregelingen die anders zijn dan gewoon sparen bij de bank. Ik dacht dat ik 100 gulden wel kon missen en wilde op die manier sparen voor eventuele studiekosten voor de kinderen later.
c. De inleg heb ik laten afschrijven van de rekening die feitelijk op naam van mijn vrouw stond. Ik regelde alle betalingen en er gingen al veel meer betalingen van de en/of rekening af. Ik beheerde alle rekeningen, dus mijn vrouw wist daar eerst niets van.
d. Een aantal maanden na het afsluiten van de overeenkomst bleek mijn vrouw een afschrift te hebben gezien waar een betaling aan Dexia op stond. Ze vroeg letterlijk; wat is dit? Ik dacht dat het haar niet zo zou opvallen, maar toch wel. Ik heb haar toen verteld dat ik een spaarregeling heb afgesloten om te sparen voor de kinderen, maar niet meer dan dat. Zij was daar helemaal niet blij mee en dat heeft wel wat scheldwoorden gekost. Ze was vooral boos dat ik het niet heb overlegd en dat ik het van haar rekening liet afschrijven. Pas in 2001 of misschien net 2002 gingen wij naar de bank om onze hypotheekmogelijkheden in kaart te brengen. Tijdens dat gesprek met een aardige mevrouw van de bank kregen wij te horen dat wij geregistreerd stonden bij de BKR. De spaarregeling bij Dexia bleek een lening. Dat wist ik tot dat moment zelf ook niet eens. Wij hebben daar toen ook woorden over gehad. Voor dat moment wist mijn vrouw niet dat ik had belegd met geleend geld. Ik heb toen ook contact met
Dexia gezocht, maar ik kon er alleen vanaf door een flink bedrag te betalen. 2500 of 3500 gulden of euro’s.
e. Wij hadden twee rekeningen bij de ABN. Eén gezamenlijke rekening en een rekening op naam van mijn vrouw. Mijn vrouw had van beide rekeningen een bankpas. De voornaamste afschrijvingen gingen van de gemeenschappelijke rekening. Toen deed mijn vrouw vrijwel niets met de rekeningen en nu is het zelfs andersom. Ik laat nu mijn vrouw alle financiën regelen.
f. Mijn salaris kwam binnen op de en/of. Het salaris van mijn vrouw die een paar uurtjes werkte kwam binnen op haar rekening.
g. Ik verzorgde de financiële administratie in die tijd zelf. Mijn vrouw bemoeide zich nergens mee. Als mijn vrouw uitgaven deed, dan ging zij geld pinnen van de gemeenschappelijke rekening. De eigen rekening van mijn vrouw gebruikte ik meer als reservepotje voor als we wat tekortkwamen.
h. Ik betaalde de rekeningen en verzorgde de overboekingen. Ik had toen het volledige beheer nog.
i. De bankafschriften opende ik zelf. Ik borg deze op in de speciale bankmappen en die stonden in de kast. Mijn vrouw kon daar wel in kijken, maar het interesseerde haar niet. Behalve dan die ene keer dat zij wel een afschrift had geopend en daar direct vragen over stelde. Ondanks dat het haar rekening betrof keek ze daar zelden op. Zoals ik al zei, nu is dat anders. Post op mijn naam opende mijn vrouw ook niet. Een boete werd nog wel eens opengemaakt.
j. De belastingaangifte deed mijn verzekeringsagent. Dat was [verzekeringsagent] . Mijn vrouw ging weleens mee voor de gezelligheid, want het was een kennis van ons. Mijn vrouw is niet door de aangifte op de hoogte geraakt. Ik denk dat ik de overeenkomst niet heb opgegeven bij de belastingdienst.
k. Ja, zoals ik al zei. In dat gesprek voor de hypotheek mogelijkheden kwam de overeenkomst ter sprake. Dat is 2001 of 2002 geweest.
l. Nee, ik had alleen een pensioen opgebouwd in België. Van 1987 tot en met 2000.
m. Uitgaven voor het huishouden werden gewoon gedaan. Meubels of iets anders voor in huis, hadden wij wel overleg over. (…)”.
4.14.2.In de verklaring van [partner gedaagde] staat vermeld:
“a. In [geboortedatum] 2000 was ik 30 jaar oud. Ik ben getrouwd met mijn man en samen hebben wij twee kinderen. Mijn dochter was in 2000, 9 jaar oud en onze zoon is van 1994 dus die was toen 5 jaar oud. Ik was werkzaam als interieurverzorgster zoals dat nu chique heet. Mijn man werkte volgens mij bij [naam bedrijf] . Hij werkte met hydraulische pompen.
b. Dat weet ik niet. Ik was daar niet bij betrokken.
c. Eigenlijk kwam ik daar pas veel later achter. Op enig moment, maanden later zag ik een afschrijving die ik niet kende. Daar heb ik vragen over gesteld aan mijn man. Dat was een afschrijving van mijn rekening die was geopend voor mijn inkomsten.
d. Omdat mijn man in 2000 minder ging verdienen wilde ik mij meer gaan verdiepen in onze uitgaven. Toen heb ik een bankafschrift van mijn eigen rekening geopend waar een betaling aan Dexia op stond. Omdat ik niet wist waar dat voor was heb ik dat aan mijn man gevraagd. Hij vertelde mij dat hij aan het sparen was voor als de kinderen later verder zouden willen studeren. Toen wist ik niet meer dan dat. Ik was ontzettend boos dat hij dat
zonder overleg had gedaan terwijl wij het financieel toen wat minder breed hadden. Van aandelen en beleggen wist ik toen nog niets. Dat kwam pas later in 2001 denk ik. Wij woonden in een huurwoning en wij wilden onderzoeken of er mogelijkheden waren om een woning te kopen. Wij zijn toen op gesprek geweest bij de bank en daar werden wij geconfronteerd met een schuld. Toen bleek dus dat die spaarregeling een schuld had. Ik was
ontzettend boos en geschrokken. Wij konden toen geen hypotheek krijgen.
e. Wij hadden volgens mij twee rekeningen bij de ABN. Eén gezamenlijke en één op mijn naam. Van de gezamenlijke rekening werden alle vaste lasten betaald en van mijn rekening wat boodschappen en kleding. De extra’s zeg maar. Van beide rekeningen had ik een bankpas.
f. Wij hadden inkomsten van ons werk. Mijn verdiensten ging naar mijn rekening en die van mijn man naar de gezamenlijke.
g. Mijn man verzorgde de financiële administratie in 2000 volledig. Nadat ik overal achter ben gekomen, ben ik mij veel meer met de financiën gaan bemoeien. Dat was denk ik in 2001/2002.
h. Eigenlijk deed ik geen betalingen. De rekeningen betaalde mijn man. Mijn uitgaven deed ik met cash geld nadat ik of mijn man had gepind.
i. Mijn man opende de bankafschriften normaliter. Hij borg die op in een map van de bank. Toen het financieel moeilijker was door de inkomensteruggang van mijn man heb ik wel gekeken in de afschriften om te kijken waar ons geld allemaal naartoe ging. Zodoende heb ik een aantal maanden na het afsluiten van de overeenkomst een betaling op de afschriften gezien.
j. Mijn man verzorgde de belastingaangifte samen met onze verzekeringsagent. Ik durf niet te zeggen of ik de aangiftes toen wel of niet moest ondertekenen, maar ik weet wel zeker dat ik deze nooit inkeek. Dat doe ik nu nog niet. Wel slecht eigenlijk, maar ik vertrouw erop dat het goed gaat.
k. Nee, voor zover ik weet hadden wij geen andere leningen. Toen wij geconfronteerd werden met de lening van Dexia probeerden wij de mogelijkheden voor een hypotheek te onderzoeken.
l. Nee. Wel neem ik aan dat ik een pensioen heb opgebouwd. Maar van beleggen enzo houd ik helemaal niet.
m. Grote dingen overlegden wij wel samen. Ik moest dan wel weten van mijn man wat ik kon uitgeven. (…)”.