ECLI:NL:RBLIM:2025:2528
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening van WIA-dagloon en wettelijke rente in bestuursrechtelijke procedure
In deze uitspraak van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, op 18 maart 2025, zijn twee zaken behandeld met betrekking tot de herziening van het WIA-dagloon en de wettelijke rente over nabetaling. Eiser, vertegenwoordigd door mr. P.H.A. Brauer, heeft beroep aangetekend tegen besluiten van het Uwv, die de hoogte en ingangsdatum van het WIA-dagloon en de wettelijke rente vaststelden. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep inzake de hoogte en ingangsdatum van het WIA-dagloon ongegrond is, omdat het Uwv correct heeft gehandeld bij de vaststelling van het dagloon en de ingangsdatum van de herziening. Eiser had geen nieuwe feiten of omstandigheden die een herziening rechtvaardigden. Echter, de rechtbank heeft het beroep inzake de wettelijke rente gegrond verklaard, omdat het Uwv de ingangsdatum van de wettelijke rente onjuist had vastgesteld. De rechtbank heeft bepaald dat de wettelijke rente verschuldigd is vanaf 1 mei 2023, en niet vanaf 8 juni 2023 zoals het Uwv had gesteld. Eiser krijgt het griffierecht vergoed en ook een vergoeding voor proceskosten van € 1.814,-.