ECLI:NL:RBMNE:2023:496
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake Wav-boete en openbaarmaking inspectiegegevens
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 20 januari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een bedrijf dat een boete van € 9.000,- opgelegd heeft gekregen wegens overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). De boete was opgelegd naar aanleiding van een onderzoek door de Nederlandse Arbeidsinspectie, waaruit bleek dat een Braziliaanse vreemdeling zonder de benodigde tewerkstellingsvergunning arbeid had verricht voor het bedrijf. Het bedrijf heeft bezwaar gemaakt tegen de boete en verzocht om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat de inspectiegegevens openbaar gemaakt zouden worden totdat er op het bezwaar was beslist.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek beoordeeld en vastgesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang voor het bedrijf, omdat publicatie van de inspectiegegevens reputatieschade kan veroorzaken. Echter, de voorzieningenrechter oordeelde dat er geen gerede kans was dat in bezwaar zou worden geoordeeld dat de boete ten onrechte was opgelegd. De voorzieningenrechter concludeerde dat het bedrijf als werkgever kan worden aangemerkt, ook al was het niet op de hoogte van de arbeid die de vreemdeling verrichtte. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat het belang van de minister om de publicatie van de inspectiegegevens door te laten gaan zwaarder weegt dan het belang van het bedrijf om reputatieschade te voorkomen.
De uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, in aanwezigheid van mr. R.P. Stehouwer, griffier. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.