ECLI:NL:RBNHO:2022:5035

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 mei 2022
Publicatiedatum
9 juni 2022
Zaaknummer
9648706 \ CV EXPL 22-483
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van de informatieplichten bij overeenkomsten op afstand en de gevolgen van een onduidelijke bestelknop

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 11 mei 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap Billink Financial Solutions B.V. en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De eisende partij had een vordering ingesteld op basis van een overeenkomst op afstand, waarbij de gedaagde partij de vordering erkende. De rechtbank heeft ambtshalve de informatieplichten van de handelaar onder de loep genomen, zoals vastgelegd in de artikelen 6:230m en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW). Deze artikelen zijn bedoeld ter bescherming van de consument en vereisen dat de handelaar duidelijk en ondubbelzinnig aangeeft dat de consument met het plaatsen van een bestelling een betalingsverplichting aangaat.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de bestelknop van de eisende partij de tekst 'Bestelling plaatsen' bevatte, wat volgens de kantonrechter niet voldeed aan de vereisten van artikel 6:230v lid 3 BW. Dit artikel vereist dat de consument op een duidelijke manier geïnformeerd wordt over de betalingsverplichting. De rechtbank oordeelde dat de overeenkomst vernietigbaar was, omdat de eisende partij niet had voldaan aan deze informatieplicht. De vordering van de eisende partij werd afgewezen, en de proceskosten werden aan de eisende partij opgelegd, omdat zij ongelijk kreeg. De rechtbank concludeerde dat de eisende partij haar verplichtingen uit de overeenkomst nog wel moest nakomen, maar dat de gedaagde partij niet aansprakelijk was voor de gevorderde hoofdsom.

Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie door handelaren bij het sluiten van overeenkomsten op afstand, en de noodzaak voor consumenten om goed geïnformeerd te worden over hun verplichtingen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9648706 \ CV EXPL 22-483
Uitspraakdatum: 11 mei 2022
Vonnis in de zaak van:
de besloten vennootschap
Billink Financial Solutions B.V.
gevestigd te Rotterdam
de eisende partij
gemachtigde: Deurwaarderskantoor Van Lith B.V.
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
de gedaagde partij
procederend in persoon

1.De procedure

1.1.
De eisende partij heeft bij dagvaarding van 7 januari 2022 een vordering tegen de gedaagde partij ingesteld. Op de zitting van 2 februari 2022 heeft de gedaagde partij van antwoord gediend en de vordering erkend, waarna vonnis is bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1.
De vordering is gebaseerd op een overeenkomst op afstand tussen een handelaar en een consument. Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet de handelaar voldoen aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van artikelen 6:230m en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit ter bescherming van de consument. De handelaar moet gemotiveerd stellen en onderbouwen dat aan deze plichten is voldaan. De kantonrechter moet er ambtshalve op toezien dat die voorschriften worden nageleefd, dus ook als de vordering wordt erkend. Zie, onder meer, het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1677).
2.2.
Artikel 6:230v lid 3 BW is toegesneden op overeenkomsten die op elektronische wijze worden gesloten, zoals de onderhavige overeenkomst. In dit artikellid is als bijzondere verplichting bepaald dat de handelaar het elektronische bestelproces zo moet inrichten dat de consument een aanbod pas kan aanvaarden als hem op niet voor misverstand vatbare wijze duidelijk is gemaakt dat zijn bestelling een betalingsverplichting inhoudt.
2.3.
Om te beoordelen of de handelaar aan deze verplichting heeft voldaan, moet alleen rekening worden gehouden met de woorden
opde bestelknop waarmee de consument het bestelproces afrondt. Zie het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 7 april 2022 (ECLI:EU:C:2022:269). Er mag geen acht worden geslagen op de verdere omstandigheden van het bestelproces.
2.4.
Uit de toelichting en stukken blijkt dat op de bestelknop die de eisende partij hanteert, de woorden ‘Bestelling plaatsen’ staan. Daarmee is naar het oordeel van de kantonrechter geen duidelijke mededeling gedaan dat de consument met het aanklikken van die knop een betalingsverplichting aangaat. Er is dan ook niet voldaan aan de verplichting van artikel 6:230v lid 3 BW. Als gevolg daarvan is de overeenkomst vernietigbaar.
2.5.
De overeenkomst wordt vernietigd voor wat betreft de betalingsverplichting van de gedaagde partij. Hij is de gevorderde hoofdsom daarom niet verschuldigd. De eisende partij zal niet meer in de gelegenheid worden gesteld om te reageren op deze gedeeltelijke vernietiging. Het gebrek aan de bestelknop kan namelijk niet worden gerepareerd en de kantonrechter ziet geen ruimte voor een andere sanctie. Aan ambtshalve toetsing van de overige (pre)contractuele informatieplichten komt de kantonrechter niet toe.
2.6.
De vordering wordt afgewezen, waarbij overigens wordt opgemerkt dat de eisende partij haar verplichtingen uit de overeenkomst nog wel moet nakomen.
2.7.
De proceskosten komen voor rekening van de eisende partij, omdat zij ongelijk krijgt. Deze worden aan de kant van de gedaagde partij tot en met vandaag vastgesteld op nihil.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de vordering af;
3.2.
veroordeelt de eisende partij tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de gedaagde partij worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter