In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 11 mei 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap Billink Financial Solutions B.V. en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De eisende partij had een vordering ingesteld op basis van een overeenkomst op afstand, waarbij de gedaagde partij de vordering erkende. De rechtbank heeft ambtshalve de informatieplichten van de handelaar onder de loep genomen, zoals vastgelegd in de artikelen 6:230m en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW). Deze artikelen zijn bedoeld ter bescherming van de consument en vereisen dat de handelaar duidelijk en ondubbelzinnig aangeeft dat de consument met het plaatsen van een bestelling een betalingsverplichting aangaat.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de bestelknop van de eisende partij de tekst 'Bestelling plaatsen' bevatte, wat volgens de kantonrechter niet voldeed aan de vereisten van artikel 6:230v lid 3 BW. Dit artikel vereist dat de consument op een duidelijke manier geïnformeerd wordt over de betalingsverplichting. De rechtbank oordeelde dat de overeenkomst vernietigbaar was, omdat de eisende partij niet had voldaan aan deze informatieplicht. De vordering van de eisende partij werd afgewezen, en de proceskosten werden aan de eisende partij opgelegd, omdat zij ongelijk kreeg. De rechtbank concludeerde dat de eisende partij haar verplichtingen uit de overeenkomst nog wel moest nakomen, maar dat de gedaagde partij niet aansprakelijk was voor de gevorderde hoofdsom.
Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie door handelaren bij het sluiten van overeenkomsten op afstand, en de noodzaak voor consumenten om goed geïnformeerd te worden over hun verplichtingen.