ECLI:NL:RBNNE:2023:3806
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking bijstandsuitkering en terugvordering op grond van de Participatiewet na schending van de inlichtingenplicht
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 8 september 2023 uitspraak gedaan in een bodemzaak betreffende de intrekking van de bijstandsuitkering van eiser op grond van de Participatiewet (PW) en de terugvordering van een bedrag van € 18.243,50. Eiser had zijn bijstandsuitkering ontvangen over de periode van 17 februari 2021 tot en met 21 februari 2022, maar heeft verzuimd om zijn activiteiten met betrekking tot de verkoop van fietsen, die hij voor zijn moeder had uitgevoerd, tijdig te melden aan het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden. Het college heeft eiser een boete van € 967,90 opgelegd en de volledige bijstandsuitkering ingetrokken, wat eiser betwistte.
De rechtbank oordeelde dat eiser niet aan zijn inlichtingenplicht had voldaan, maar dat het college voldoende gegevens had om de inkomsten van eiser te schatten. De rechtbank concludeerde dat het college niet de volledige bijstand mocht intrekken en terugvorderen, maar dat er wel een schatting van de inkomsten moest worden gemaakt. De rechtbank stelde vast dat eiser, uit coulance, maximaal 75 fietsen had verkocht voor € 50 per stuk, wat resulteerde in een terugvorderingsbedrag van € 3.750,00. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond en vernietigde het besluit van het college voor zover het de volledige intrekking van de bijstand en de terugvordering betrof. Het college werd opgedragen om een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak van de rechtbank.
Daarnaast oordeelde de rechtbank dat de opgelegde boete van € 967,90 in stand kon blijven, omdat eiser wel degelijk de inlichtingenplicht had geschonden. De rechtbank veroordeelde het college tot betaling van de proceskosten van € 1.674,00 aan eiser.