In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 3 juli 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Almelo. De eiser had een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet ontvangen, maar deze werd ingetrokken en er werd een terugvordering van € 59.808,67 opgelegd wegens schending van de inlichtingenplicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser zijn inkomsten uit de handel in oud ijzer niet had gemeld, wat leidde tot de herziening van zijn uitkering. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard, omdat hij niet aannemelijk had gemaakt dat hij recht had op volledige bijstand. De rechtbank oordeelde dat de eiser zijn inlichtingenplicht had geschonden en dat de terugvordering gerechtvaardigd was. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien, ondanks de psychische en lichamelijke beperkingen van de eiser. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de eiser om relevante informatie te verstrekken en de gevolgen van het niet nakomen van deze verplichting.