Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], uit [woonplaats], eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
- H2320: Psammofiele heide met
- H3130: Oligotrofe tot mesotrofe stilstaande wateren met vegetatie behorend tot het
- H3150: Van nature eutrofe meren met vegetatie van het type
- H3260: Submontane en laagland rivieren met vegetaties behorend tot het
- H91F0: Gemengde oeverformaties
Stcrt 2018, nr. 12368. Niet aannemelijk is dat eiser heeft afgezien van het naar voren brengen van een zienswijze, omdat de habitattypenkaarten niet bij het ontwerpbesluit ter inzage hebben gelegen. Aangenomen mag worden dat eiser dan een zienswijze naar voren zou hebben gebracht waarin zou zijn gewezen op het niet ter inzage liggen van de kaarten. Eiser is dan ook niet in zijn belang geschaad doordat (of voor zover kan worden gezegd dat) de habitattypenkaarten niet bij het ontwerp van het wijzigingsbesluit ter inzage hebben gelegen. Eiser heeft immers de mogelijkheid gehad om mondeling of schriftelijk een zienswijze in te dienen tegen het ontwerpbesluit. De rechtbank ziet daarom in de stelling dat verweerder geen kaarten beschikbaar heeft gesteld waarop de toegevoegde habitattypen staan ingetekend en de stelling dat die kaarten ten onrechte niet bij het ontwerpbesluit ter inzage hebben gelegen geen reden om het beroep gegrond te verklaren. De beroepsgrond slaagt in zoverre niet.