Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde 2] ,
[gedaagde 3] ,
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 15 november 2019 uitspraak gedaan in een arbeidsrechtelijke kwestie tussen een eiser en gedaagde. De eiser, vertegenwoordigd door mr. M. El Idrissi, vorderde onder andere betaling van achterstallig salaris en toelating tot zijn werkplek. De gedaagde, die niet in de procedure is verschenen, werd bij verstek veroordeeld. De eiser had zijn vordering gebaseerd op het feit dat hij zijn gebruikelijke werkzaamheden niet kon uitvoeren en dat hij recht had op betaling van zijn salaris, dat al geruime tijd achterstallig was. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van de eiser niet ongegrond of onrechtmatig was en heeft deze toegewezen, met enkele aanpassingen. De kantonrechter heeft de wettelijke verhoging gematigd tot 20% en de dwangsommen gemaximeerd. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.