In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 3 maart 2022, is een mondelinge uitspraak gedaan in een procedure tussen de besloten vennootschap Baggermaatschappij Boskalis B.V. en een verweerster. De zaak betreft een verzoek van Boskalis om bewijs te leveren van feiten die verband houden met de gedragingen van de verweerster in een zakelijke context, die mogelijk in strijd zijn met het beleid van Boskalis ter bescherming van haar medewerkers tegen COVID-19. Tijdens de mondelinge behandeling hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, maar de kantonrechter heeft vastgesteld dat er nog geen eindbeslissing kan worden genomen zonder bewijslevering. Boskalis is toegelaten om bewijs te leveren van de feiten die zij aan haar verzoek ten grondslag heeft gelegd. De kantonrechter heeft bepaald dat Boskalis de namen en woonplaatsen van eventuele getuigen ten minste zeven dagen voor het getuigenverhoor schriftelijk moet aanzeggen en dat zij zelf verantwoordelijk is voor de oproeping van deze getuigen. De verdere beslissing is aangehouden, en Boskalis heeft een termijn van twee weken gekregen om aan te geven op welke wijze zij het bewijs wil leveren, inclusief het indienen van relevante stukken en het opgeven van getuigen.