ECLI:NL:RBROT:2022:9046
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van een slapend dienstverband en toekenning van transitievergoeding
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 oktober 2022 uitspraak gedaan in een ontbindingsverzoek van een werknemer met een slapend dienstverband. De werknemer, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. F.J.H. Krumpelman, verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de verweerster, een B.V., die niet op de zittingen was verschenen. De werknemer was sinds 17 maart 2020 arbeidsongeschikt en had een WIA-uitkering ontvangen. De kantonrechter constateerde dat de verweerster geen verweer had gevoerd en dat er sprake was van een slapend dienstverband. Op basis van de Xella-uitspraak van de Hoge Raad oordeelde de kantonrechter dat de arbeidsovereenkomst ontbonden moest worden, met ingang van 1 november 2022. Tevens werd de verweerster veroordeeld tot betaling van de transitievergoeding van € 32.921,19, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 17 juni 2022. De proceskosten werden ook aan de verweerster opgelegd, die in totaal € 1.191,- moest betalen. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.