Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift van ECT (ontvangen op 11 juli 2023), met bijlagen;
- de spreekaantekeningen van de gemachtigde van ECT.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 24 oktober 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen ECT Delta Terminal B.V. en de werknemer, aangeduid als [verweerder01]. ECT verzocht om ontbinding op basis van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer, die zijn positie bij de werkgever zou hebben misbruikt voor criminele activiteiten, waaronder drugssmokkel. De werknemer was sinds 1 augustus 2004 in dienst bij ECT en had een functie als medewerker planning en aansturing B. Tijdens de procedure werd vastgesteld dat de werknemer op 30 mei 2022 was gearresteerd op verdenking van betrokkenheid bij de invoer van grote hoeveelheden cocaïne. ECT stelde dat de werknemer informatie over containers had doorgegeven aan criminele derden en niet had meegewerkt aan het politieonderzoek. De kantonrechter oordeelde dat er voldoende grond was voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, gezien de ernstige verwijtbaarheid van de werknemer. De kantonrechter wees het verzoek tot ontbinding toe en verklaarde dat de werknemer geen recht had op een transitievergoeding. Tevens werd de werknemer veroordeeld in de proceskosten van ECT. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.