Uitspraak
1.De procedure
- de dagvaarding van 18 maart 2021, met producties,
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie, met producties;
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie, met producties;
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie, met producties;
- de conclusie van dupliek in reconventie, tevens akte uitlating producties;
- de rolmededeling van 16 juni 2022;
- de akte van 3 november 2022;
- de antwoordakte van 1 december 2022.
2. De feiten
3.De vordering en het verweer in conventie en in reconventie
2. voor recht zal verklaren dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld jegens [naam01] en/of toerekenbaar is tekort geschoten,
3. Dexia zal veroordelen tot voldoening aan [naam01] van al datgene dat [naam01] aan Dexia heeft betaald onder de overeenkomst, vermeerderd met de wettelijke rente daarover,
6. Dexia zal veroordelen in de proceskosten en de nakosten, met rente.
3.2. Dexia voert verweer tegen de vorderingen. Het verweer mondt uit in een (deels voorwaardelijke) tegenvordering, waarbij Dexia vordert (samengevat) dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. [naam01] zal veroordelen om aan Dexia te betalen de som van € 1.661,88, vermeerderd met wettelijke rente,
2. voor recht zal verklaren dat Dexia ter zake van de overeenkomsten niets meer aan [naam01] verschuldigd is,
3. [naam01] zal veroordelen in de proceskosten.
4. Beoordeling van de vorderingen in conventie en in reconventie
en de onrechtmatige daad van Dexia.
verjaring4.4. Dexia stelt dat een eventuele vordering van [naam01] in verband met een schending van artikel 41 NR 1999 inmiddels verjaard is. Dit verweer kan niet worden gevolgd. In de uitspraken van diverse rechtbanken in het recente verleden zijn bestendige oordelen te vinden voor wat betreft de stellingen en verweren van partijen die zien op (onder andere) de volmacht van Leaseproces, de klachtplicht en verjaring. Voor zover in deze zaak geen andere, afwijkende standpunten zijn ingenomen door één van de partijen, wordt op de aan (de gemachtigde van) partijen bekende overwegingen, ook in deze zaak geoordeeld dat er geen reden is om aan te nemen dat de verweren omtrent de verjaring doel treffen. Dexia heeft nog aangevoerd dat er geen stuitingsbrieven ontvangen zijn van [naam01] tussen 2006 en 2021. [naam01] betwist dit. Ook dit verweer wordt verworpen. Uit de veelheid van eerdere procedures is het aan de rechtbank en (de gemachtigden van) partijen bekend, dat er door Leaseproces, stuitingsbrieven zijn gezonden aan Dexia in 2009, 2012, 2014, 2015, 2016 en 2017. Bij deze brieven hoorden lijsten met contractnummers en namen van afnemers voor wie Leaseproces als gemachtigde optrad/optreedt, zoals [naam01] . Zonder verdere uitleg kan Dexia er niet in worden gevolgd dat deze stuitingsbrieven juist niet namens [naam01] gezonden zouden zijn. Dexia had het verweer concreter kunnen en moeten onderbouwen.
- kopieën van twee Capital Effect overeenkomst van 16 november 2000 met contractnummers [contractnummer01] en [contractnummer02] , voorzien van het adviseursnummer:
[adviseursnummer01] – Amsterdams Financieel Advies Bureau B.V.
5.Beslissing
€ 622,50