ECLI:NL:RBROT:2023:2626

• Datum uitspraak: 13 maart 2023
• Publicatiedatum: 28 maart 2023
• Zaaknummer: 10171317 VZ VERZ 22-13453
• Instantie: Rechtbank Rotterdam
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht; Arbeidsrecht
• Procedures: Beschikking
• Rechters: F. Aukema-Hartog
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Veroordeling tot betaling van transitievergoeding en achterstallig loon in arbeidszaak

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 13 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoekster01] tegen Infinitascare B.V. De verzoekster, vertegenwoordigd door mr. D.M. Koot-Timmers, vorderde betaling van verschillende bedragen, waaronder een transitievergoeding, achterstallig loon, vakantiegeld en andere vergoedingen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 2 november 2022 werd ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 30 januari 2023. Infinitascare, vertegenwoordigd door mr. S.D. Kurz, was niet verschenen op de eerste zitting, maar heeft later wel gereageerd op de verzoeken van de verzoekster.

De feiten van de zaak tonen aan dat [verzoekster01] op 1 augustus 2021 in dienst trad bij Infinitascare op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die op 3 augustus 2022 eindigde. Tijdens haar dienstverband heeft zij zich ziek gemeld en heeft zij verschillende problemen ervaren met betrekking tot haar salaris en vergoedingen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Infinitascare niet heeft betwist dat [verzoekster01] recht heeft op de gevorderde bedragen en heeft de verzoeken van [verzoekster01] toegewezen. De rechter heeft Infinitascare veroordeeld tot betaling van de transitievergoeding, achterstallig loon, vakantiegeld, en andere vergoedingen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten.

De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Infinitascare onmiddellijk aan de veroordelingen moet voldoen, ongeacht een eventuele hoger beroep. De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van [verzoekster01] toegewezen, omdat Infinitascare in het ongelijk is gesteld. Deze uitspraak benadrukt de rechten van werknemers op een correcte betaling van hun vergoedingen en de verplichtingen van werkgevers om aan deze verplichtingen te voldoen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Zaaknummer: 10171317 VZ VERZ 22-13453

Uitspraak: 13 maart 2023

Beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

in de zaak van:

[verzoekster01] ,

wonende te Melissant,

verzoekster,

gemachtigde: mr. D.M. Koot-Timmers (Arag),

tegen

Infinitascare B.V.,

gevestigd te Barendrecht,

verweerster,

gemachtigde: mr. S.D. Kurz.

Partijen zullen hierna “ [verzoekster01] ” en “Infinitascare” worden genoemd.

1.. De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

• het verzoekschrift, met producties, ter griffie ontvangen op 2 november 2022;
• het deurwaardersexploot van 11 januari 2023, waarbij het verzoekschrift is betekend en Infinitascare is opgeroepen voor de mondelinge behandeling op 30 januari 2023 om 9.30 uur.

1.2.

De mondelinge behandeling is op 22 december 2022 aangehouden om Infinitascare, die niet was verschenen, bij deurwaardersexploot te laten oproepen voor de zitting van 30 januari 2023. Op die datum is de mondelinge behandeling vervolgens voortgezet in bijzijn van de in persoon verschenen [verzoekster01] , bijgestaan door haar gemachtigde mr. D.M. Koot-Timmers. Namens Infinitascare is onder overlegging van een schriftelijke machtiging mr. S.D. Kurz als gemachtigde verschenen.

1.3.

Na afloop van de mondelinge behandeling is [verzoekster01] in de gelegenheid gesteld salarisspecificaties in het geding te brengen. [verzoekster01] heeft bij brief van 2 februari 2023 een berekening van de wettelijke verhoging en een aanvullende productie 29 ingediend. Infinitascare heeft hier, hoewel daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, niet op gereageerd.

1.4.

De kantonrechter heeft de uitspraak van de beschikking bepaald op vandaag.

2.. De feiten

2.1.

[verzoekster01] , geboren op [geboortedatum01], is op 1 augustus 2021 op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot 2 februari 2022 in de functie ondersteunend begeleider in dienst getreden van Infinitascare. De arbeidsovereenkomst is voor de duur van zes maanden verlengd tot 2 augustus 2022. Het laatstelijk verdiende loon bedraagt € 2.005,00 bruto per maand, exclusief vakantiegeld en overige emolumenten.

2.2.

Op de arbeidsovereenkomst is de CAO GHZ van toepassing.

2.3.

In maart 2022 heeft [verzoekster01] zich als gevolg van een herseninfarct ziek gemeld.

2.4.

Op 3 augustus 2022 is de arbeidsovereenkomst van rechtswege geëindigd.

3.. Het verzoek

3.1.

[verzoekster01] verzoekt, na wijziging, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad Infinitascare te veroordelen:

tot betaling van het resterende deel van de verschuldigde transitievergoeding ad € 209,04 bruto;

tot betaling van de correctie van het stamsalaris ad € 265,11 bruto;

tot betaling van de resterende onregelmatigheidstoeslag ad € 3.028,23 bruto;

tot betaling van het resterende deel van het nog verschuldigde vakantiegeld ad € 215,60 bruto;

tot betaling van (het resterende deel van) de 320 vakantie-uren inclusief 8% vakantiegeld en onregelmatigheidtoeslag, ad € 5.778,43 bruto;

tot betaling van de factuur van de sneltesten en mondkapjes ad € 206,72 netto;

tot betaling van de wettelijke verhoging over de verrichte betalingen van 1 augustus 2021 tot en met augustus 2022;

tot verstrekking van een schriftelijke en deugdelijke jaaropgaaf over 2021 en 2022;

tot verstrekking van een schriftelijke en deugdelijke netto/bruto specificatie, waarin het bedrag en betaling van sub a tot en met g is verwerkt, op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 100,- per dag met een maximum van € 10.000,- voor elke dag na betekening van de beschikking dat Infinitascare niet voldoet aan de beschikking;

tot betaling van de wettelijke rente over het in sub a tot en met e genoemde bedrag, vanaf het tijdstip van opeisbaarheid tot aan de dag der algehele voldoening;

tot betaling van de wettelijke verhoging over de onder sub b tot en met e gevorderde bedragen ter hoogte van in totaal € 10.563,99 bruto vanaf het tijdstip van opeisbaarheid tot aan de dag der algehele voldoening;

tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ad € 872,73;

in de proceskosten, vermeerderd met de nakosten en wettelijke rente.

3.2.

[verzoekster01] heeft daarbij het volgende naar voren gebracht. Infinitascare heeft een te laag bedrag aan transitievergoeding betaald. Vanaf het begin van het dienstverband heeft [verzoekster01] niet het correcte salaris ontvangen. Er is in overleg met [naam01] bepaald dat [verzoekster01] direct 36 uur per week zou gaan werken. Tot februari 2022 is [verzoekster01] betaald voor 32 uur per week en in januari 2022 voor minder dan 32 uur per week. De onregelmatigheidstoeslag werd ook foutief betaald. Er heeft een nabetaling plaatsgevonden, maar het betaalde bedrag is niet toereikend. [verzoekster01] kreeg altijd te laat betaald, waardoor [verzoekster01] aanspraak maakt op de wettelijke verhoging over de te late betalingen. [verzoekster01] heeft te weinig vakantiegeld ontvangen nu het vakantiegeld niet ook over de onregelmatigheidstoeslag werd betaald en [verzoekster01] ook niet het juiste stamsalaris heeft ontvangen. [verzoekster01] heeft nog een verlofsaldo van 320 vakantie-uren, de op verzoek van Infinitascare door [verzoekster01] gekochte sneltesten en mondkapjes zijn nog niet betaald en [verzoekster01] heeft over de jaren 2021 en 2022 geen correcte jaaropgaven ontvangen. Op de jaaropgaaf over 2021 staat een onjuist salaris vermeld, gewerkte uren kloppen niet en de start- en einddatum kloppen niet. Op de jaaropgaaf van 2022 staan alleen maar nullen vermeld.

4.. Het verweer

4.1.

Infinitascare bestrijdt de verzoeken van [verzoekster01] niet. De financiële situatie van Infinitascare is zorgelijk en betalingen aan [verzoekster01] in het verleden zijn niet altijd gegaan zoals dat zou moeten.

5.. De beoordeling

Toewijzing verzoeken van [verzoekster01]

5.1.

Op grond van artikel 7:673 BW heeft een werknemer recht op de transitievergoeding wanneer de arbeidsovereenkomst na een einde van rechtswege op initiatief van de werkgever niet aansluitend is voortgezet. Aan deze voorwaarden is voldaan. Infinitascare heeft niet weersproken dat [verzoekster01] recht heeft op de transitievergoeding en dat zij € 209,04 bruto te weinig aan transitievergoeding heeft betaald. Infinitascare zal daarom worden veroordeeld tot betaling van dit bedrag.

5.2.

Infinitascare heeft ook niet weersproken dat zij [verzoekster01] nog € 265,11 bruto ter zake stamsalaris, € 3.028,23 bruto ter zake onregelmatigheidstoeslag, € 215,60 bruto ter zake vakantiegeld, € 5.778,43 bruto ter zake vakantie-uren en € 206,72 netto ter zake sneltesten en mondkapjes is verschuldigd. Deze bedragen zullen daarom worden toegewezen.

Wettelijke verhoging en wettelijke rente

5.3.

Tussen partijen staat niet ter discussie dat Infinitascare het loon over de maanden augustus 2021 tot en met augustus 2022 te laat heeft betaald. Op grond van de wet (art. 7:625 BW) moet Infinitascare daarom de wettelijke verhoging betalen. Infinitascare heeft geen verweer gevoerd tegen de door [verzoekster01] gestelde verschuldigde percentages en de verzochte bedragen aan wettelijke verhoging over de (achterstallige) loonbetalingen ter hoogte van in totaal € 10.563,99 bruto. Dit bedrag zal de kantonrechter toewijzen.

5.4.

Ook wordt de verzochte wettelijke rente toegewezen met dien verstande dat de wettelijke rente over de transitievergoeding zal worden toegewezen vanaf 3 september 2022. Dit is een maand na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd (artikel 7:686a lid 1 BW).

Buitengerechtelijke kosten

5.5.

De buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW). De rente wordt toegewezen, omdat [verzoekster01] genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en Infinitascare dat niet heeft betwist.

Verstrekken van jaaropgaven en specificaties

5.6.

Het verzoek tot het verstrekken van een schriftelijke en deugdelijke jaaropgaaf over 2021 en 2021 wordt als onweersproken toegewezen. Ook het verzoek tot het verstrekken van schriftelijke en deugdelijke bruto/netto specificaties waarin de betaling van het achterstallig loon (stamsalaris, onregelmatigheidstoeslag, vakantiegeld, vakantie-uren en de factuur voor sneltesten en mondkapjes) en de wettelijke verhoging is verwerkt, een en ander op straffe van een dwangsom, zal als onweersproken en op de wet gegrond worden toegewezen.

Proceskosten

5.7.

Infinitascare krijgt ongelijk en zal daarom worden veroordeeld in de kosten van de procedure. De kantonrechter stelt de proceskosten aan de kant van [verzoekster01] tot vandaag vast op € 693,00 aan griffierecht en € 529,00 aan salaris voor de gemachtigde. Dit is in totaal € 1.222,00. Voor kosten die [verzoekster01] maakt na deze uitspraak moet Infinitascare een bedrag betalen van € 132,00. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In deze beschikking hoeft hierover niet apart te worden beslist (ECLI:NL:HR:2022:853). De wettelijke rente wordt toegewezen.

Uitvoerbaar bij voorraad

5.8.

Deze beschikking wordt, zoals verzocht, uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

6.. De beslissing

De kantonrechter:

6.1.

veroordeelt Infinitascare aan [verzoekster01] te betalen € 209,04 bruto ter zake de transitievergoeding, met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 3 september 2022 tot de dag van volledige betaling;

6.2.

veroordeelt Infinitascare aan [verzoekster01] te betalen € 265,11 bruto ter zake achterstallig loon (stamsalaris), met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de dag van opeisbaarheid tot de dag van volledige betaling;

6.3.

veroordeelt Infinitascare aan [verzoekster01] te betalen € 3.028,23 bruto ter zake onregelmatigheidstoeslag, met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de dag van opeisbaarheid tot de dag van volledige betaling;

6.4.

veroordeelt Infinitascare aan [verzoekster01] te betalen € 215,60 bruto ter zake achterstallig vakantiegeld, met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de dag van opeisbaarheid tot de dag van volledige betaling;

6.5.

veroordeelt Infinitascare aan [verzoekster01] te betalen € 5.778,43 ter zake van 320 vakantie-uren inclusief 8% vakantiegeld en onregelmatigheidtoeslag, met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de dag van opeisbaarheid tot de dag van volledige betaling;

6.6.

veroordeelt Infinitascare aan [verzoekster01] te betalen € 206,72 netto ter zake sneltesten en mondkapjes;

6.7.

veroordeelt Infinitascare aan [verzoekster01] te betalen € 10.563,99 bruto ter zake wettelijke verhoging;

6.8.

veroordeelt Infinitascare aan [verzoekster01] een schriftelijke en deugdelijke jaaropgaaf over 2021 en 2022 te verstrekken;

6.9.

veroordeelt Infinitascare aan [verzoekster01] te verstrekken een schriftelijke en deugdelijke netto/bruto specificatie, waarin het bedrag en betaling van de bedragen zoals hiervoor in 6.1 tot en met 6.7 vermeld is verwerkt, op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 100,00 per dag met een maximum van € 10.000,00 voor elke dag na betekening van de beschikking dat Infinitascare niet voldoet aan de beschikking;

6.10.

veroordeelt Infinitascare aan [verzoekster01] te betalen € 872,73 ter zake buitengerechtelijke incassokosten;

6.11.

veroordeelt Infinitascare in de proceskosten die aan de kant van [verzoekster01] tot vandaag worden vastgesteld op € 1.222,00, vermeerderd met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de veertiende dag na de betekening van deze beschikking tot aan de dag van volledige betaling;

6.12.

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;

6.13.

wijst al het andere af.

Deze beschikking is gegeven door mr. F. Aukema-Hartog en in het openbaar uitgesproken.

44483