Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[verweerder],
1.De procedure
- het verzoekschrift, zonder bijlagen, dat op 20 februari 2023 op de griffie is ontvangen;
- de brief van 23 februari 2023 van [verzoeker], met bijlagen;
- de tussenbeschikking van 15 juni 2023;
- de e-mail van 19 juni 2023 van [verzoeker];
- de e-mail van 21 juni 2023 van [verzoeker], met bijlagen;
- de e-mail van 21 juni 2023 van [verweerder];
- het verweerschrift, met bijlagen, dat op 15 september 2023 op de griffie is ontvangen.
2.De verdere beoordeling
ik wil dat deze waanzin stopt”).
fishing expedition’. [verzoeker] heeft ter zitting verklaard dat hij eerst [verweerder] wenst te doen horen en aan de hand daarvan zal besluiten of hij nog meer medewerkers van OLS wil doen horen. Het heeft er – mede gelet op wat hiervoor is geoordeeld over het gebrek aan belang van [verzoeker] bij het horen van [verweerder] – alle schijn van dat sprake is van een algemene zoektocht naar onbekende informatie, zonder rechtstreeks verband met een concrete vordering van [verzoeker]. In dit verband acht de kantonrechter ook relevant dat [verzoeker] een zogenoemde ‘veelprocedeerder’ is. Op 17 maart 2023 zijn maar liefst achttien verzoekschriften van [verzoeker] tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor over allerhande kwesties niet-ontvankelijk verklaard door de kantonrechter van deze rechtbank vanwege het niet betalen van het griffierecht. [1] Zowel de bestuursrechter als ook de burgerlijke rechter hebben herhaaldelijk geoordeeld dat [verzoeker] met zijn vele procedures misbruik van recht maakt. [2]