2.3.Ter zitting hebben eisers desgevraagd meegedeeld geen belang meer te hebben bij een beoordeling van hun beroepen voor zover gericht tegen de bestreden besluiten.
Deze beroepen zijn in zoverre niet-ontvankelijk.
Hieruit volgt dat thans alleen nog ter beoordeling voorliggen de beroepen van eisers die betrekking hebben op de vervangingsbesluiten.
3. Op grond van artikel 13, aanhef en onder a, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) heeft de Financiële inlichtingen eenheid met het oog op het voorkomen en opsporen van witwassen en onderliggende basisdelicten, alsmede financieren van terrorisme, tot taak het verzamelen, registreren, bewerken en analyseren van de gegevens die het verkrijgt, teneinde te bezien of deze gegevens van belang kunnen zijn voor het voorkomen en opsporen van misdrijven.
Op grond van artikel 14, eerste lid, van de Wwft kunnen bij de Financiële inlichtingen eenheid persoonsgegevens worden verwerkt ten behoeve van de taak, bedoeld in artikel 13.
Op grond van het derde lid van dit artikel zijn op de verwerking van persoonsgegevens door de Financiële inlichtingen eenheid de artikelen 1, 2, 3, eerste en tweede lid, 4, 4a, 4b, 4c, 5, 6, 6a, 6b, 6c, 7, 7a, 15, 15a, 16, eerste lid, onderdelen a en b, 17, 17b, 18, 22 en 23, 24a tot en met 33b, alsmede de artikelen 35 tot en met 36 van de Wet politiegegevens (Wpg) van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor de Financiële inlichtingen eenheid als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 1, onderdeel f, van die wet wordt aangemerkt Onze Minister van Justitie en Veiligheid.
Op grond van artikel 25, eerste lid, van de Wpg heeft de betrokkene het recht om op diens schriftelijke verzoek van de verwerkingsverantwoordelijke binnen zes weken uitsluitsel te verkrijgen over de verwerking van hem betreffende persoonsgegevens en, wanneer dat het geval is, om die persoonsgegevens in te zien en om informatie te verkrijgen over:
a. de doelen en de rechtsgrond van de verwerking;
b. de betrokken categorieën van politiegegevens;
c. de vraag of de deze persoon betreffende politiegegevens gedurende een periode van vier jaar voorafgaande aan het verzoek zijn verstrekt en over de ontvangers of categorieën van ontvangers aan wie de gegevens zijn verstrekt, met name ontvangers in derde landen of internationale organisaties;
d. de voorziene periode van opslag of indien dat niet mogelijk is, de criteria om die termijn te bepalen;
e. het recht te verzoeken om rectificatie, vernietiging of afscherming van de verwerking van hem betreffende politiegegevens;
f. het recht een klacht in te dienen bij de Autoriteit persoonsgegevens, en de contactgegevens van die autoriteit;
g. de herkomst, voor zover beschikbaar, van de verwerking van hem betreffende politiegegevens.
Op grond van artikel 27, eerste lid, van de Wpg wordt een verzoek als bedoeld in de artikel 25, eerste lid, afgewezen voor zover dit een noodzakelijke en evenredige maatregel is:
a. ter vermijding van belemmering van de gerechtelijke onderzoeken of procedures;
b. ter vermijding van nadelige gevolgen voor de voorkoming, de opsporing, het onderzoek en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen;
c. ter bescherming van de openbare veiligheid;
d. ter bescherming van de rechten en vrijheden van derden;
e. ter bescherming van de nationale veiligheid;
f. ingeval van een kennelijk ongegrond of buitensporig verzoek, als bedoeld in artikel 24a, vierde lid.
Op grond van het tweede lid van dit artikel is een gehele of gedeeltelijke afwijzing van een verzoek als bedoeld in het eerste lid schriftelijk en bevat het de redenen voor de afwijzing.
Op grond van het derde lid van dit artikel wordt een verzoek als bedoeld in de artikel 25, eerste lid, afgewezen als het verzoek de gegevens betreft, die worden verwerkt bij of krachtens artikel 12.
Op grond van het Instellingsbesluit FIU-Nederland 2013, in samenhang gelezen met de Mandaatregeling Beheer FIU-Nederland 2013 en het (Onder)Mandaatbesluit Politie beheer FIU-Nederland 2013, is het hoofd van de FIU-Nederland onder meer het hoofd van de Financiële inlichtingen eenheid als bedoeld in artikel 12, derde lid, van de Wwft en krachtens (onder)mandaat bevoegd te beslissen op een verzoek als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de Wpg.
Afwijzing van de verzoeken
4. Bij de vervangingsbesluiten heeft het hoofd van de FIU-Nederland namens de minister de gelijkluidende verzoeken van eisers als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de Wpg met een gelijkluidende motivering afgewezen op grond van artikel 27, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wpg.
Onder verwijzing naar de wettelijk taak als genoemd in artikel 13, aanhef en onder a, van de Wwft, heeft het hoofd van de FIU-Nederland er daarbij op gewezen dat de Financiële inlichtingen eenheid een taak aan de voorkant van het opsporingsproces heeft en dat een betrokkene door hem inzage te geven in de ongebruikelijke transacties-data, die de Financiële inlichtingen eenheid verwerkt, kan anticiperen op eventuele strafrechtelijke onderzoeken. Dit belemmert de voorkoming en opsporing van strafbare feiten volgens het hoofd van de FIU-Nederland op een onaanvaardbare wijze.
Voor het functioneren van de gehele meldketen acht het hoofd van de FIU-Nederland het verder van groot belang dat derden geen inzicht kunnen krijgen in meldingen van ongebruikelijke transacties. Meldingsplichtige instellingen vertrouwen namelijk op adequate afscherming van meldingen die zij doen bij de Financiële inlichtingen eenheid, aldus het hoofd van de FIU-Nederland.
Zorgvuldigheid en belangenafweging
5. Eisers betogen dat de vervangingsbesluiten niet zorgvuldig zijn voorbereid en dat hun belangen ten onrechte niet zijn meegewogen. Daarbij hebben eisers opgemerkt dat zij het prettig zouden hebben gevonden als de FIU-Nederland contact met hen zou hebben opgenomen. De rechtbank maakt hieruit op dat eisers menen dat zij gehoord hadden moeten worden.