ECLI:NL:RBROT:2025:13639
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van bijzondere bijstand voor schuld bij zorgverzekeraar op basis van de Participatiewet
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 27 november 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die een aanvraag om bijzondere bijstand had ingediend, en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Eiseres had bijzondere bijstand aangevraagd voor een schuld bij een zorgverzekeraar, maar het college heeft deze aanvraag afgewezen op grond van artikel 13, eerste lid, aanhef en onder g, van de Participatiewet (Pw). De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen recht op bijstand bestaat voor de aflossing van een schuldenlast, en dat de door eiseres aangevoerde argumenten niet voldoende zijn om deze afwijzing te weerleggen. Eiseres ontving sinds 22 december 2023 een bijstandsuitkering en had op 30 mei 2024 haar aanvraag ingediend, maar het college verklaarde het bezwaar tegen de afwijzing ongegrond. Tijdens de zitting op 15 juli 2025 heeft de rechtbank het beroep behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigden aanwezig waren. Eiseres heeft afgezien van de mogelijkheid om over te stappen naar een VGZ Rotterdampakket, wat ook een voorwaarde was voor het verkrijgen van bijzondere bijstand. De rechtbank concludeert dat het college de aanvraag terecht heeft afgewezen, omdat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor bijzondere bijstand en er geen sprake is van zeer dringende redenen die een uitzondering rechtvaardigen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.