ECLI:NL:RBZWB:2021:3719
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsuitkering wegens schending van de inlichtingenplicht en terugvordering van onverschuldigd betaalde bijstand
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. De eiser, die sinds 15 april 2014 bijstand ontving, had zijn bijstandsuitkering met ingang van 1 juni 2019 ingetrokken zien worden door verweerder, die ook de eerder betaalde uitkering terugvorderde. Dit besluit volgde op een melding over mogelijke prostitutie in de woning van eiser en een daaropvolgend onderzoek waaruit bleek dat er hennepplanten in de woning waren aangetroffen. Eiser betwistte de beschuldigingen en stelde dat hij zijn woning niet voor commerciële doeleinden had ter beschikking gesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder voldoende bewijs had verzameld dat eiser op geld waardeerbare activiteiten had verricht door zijn woning ter beschikking te stellen voor prostitutie. De rechtbank oordeelde dat eiser de inlichtingenplicht had geschonden door geen melding te maken van deze activiteiten, wat leidde tot de intrekking van zijn bijstandsuitkering. De rechtbank concludeerde dat de intrekking van de bijstandsuitkering over de maand oktober 2019 terecht was, evenals de terugvordering van de onverschuldigd betaalde bijstand. Eiser had niet aangetoond dat hij recht had op bijstand en het beroep werd ongegrond verklaard.