In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 december 2023, wordt het beroep van eiseres beoordeeld. Eiseres heeft beroep ingesteld omdat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 22 mei 2023 tegen de definitieve beschikking herbeoordeling kinderopvangtoeslag over de jaren 2009 en 2010, welke beschikking op 13 april 2023 is verzonden. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank stelt vast dat de Belastingdienst de beslistermijn heeft overschreden. Eiseres heeft op 4 oktober 2023 de Belastingdienst in gebreke gesteld, waarna de termijn van twee weken is verstreken zonder dat er een nieuw besluit is genomen. De rechtbank bepaalt dat de Belastingdienst binnen twee weken na verzending van deze uitspraak een nieuw besluit moet nemen, maar geeft in dit geval een termijn van zes weken, gezien de grote hoeveelheid bezwaarschriften die behandeld moeten worden.
Daarnaast legt de rechtbank een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst het griffierecht van € 50,- en een proceskostenvergoeding van € 418,50 aan eiseres moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.