ECLI:NL:RBZWB:2024:1177
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag Bpm en toepassing herleidingsmethode
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 26 februari 2024, wordt het beroep van belanghebbende B.V. tegen de naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (Bpm) beoordeeld. De inspecteur had een naheffingsaanslag van € 2.117 opgelegd, welke door belanghebbende als onterecht werd betwist. De rechtbank behandelt de beroepsgronden van belanghebbende, waaronder de toepassing van de herleidingsmethode, de historische nieuwprijs, de handelsinkoopwaarde, en het vertrouwensbeginsel. De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd en niet te hoog is. De rechtbank oordeelt dat de door belanghebbende bepleite herleidingsmethode niet kan worden toegepast en dat de inspecteur terecht de historische nieuwprijs en handelsinkoopwaarde heeft vastgesteld. De rechtbank wijst het beroep van belanghebbende af, waardoor de naheffingsaanslag in stand blijft. De uitspraak benadrukt de noodzaak van correcte aangifte en de rol van de inspecteur in het vaststellen van de Bpm.