Uitspraak
procederend met toevoeging, met [nummer] ,
1.De procedure
- de akte vermeerdering van eis en overlegging producties 14 en 15 van [werknemer] ;
2.De feiten
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling in conventie
“Ik hoef je helemaal niet weg te willen krijgen, want dan zet ik je er gewoon uit punt. Daar ga ik niet eens over nadenken. Maar jij hebt nog steeds zoveel krediet bij me, (…)”en
“Nee, jouw gedachtes zijn heel gek, want ik ontsla je nog steeds niet. Op, haal dat nou eens uit je hoofd (…)”Bovendien heeft [werkgever] aan [werknemer] laten weten dat hij op 3 en 4 april 2023 kan komen werken. Verder heeft [werknemer] op 3 april 2023 de hele dag gewerkt en heeft hij zich erna ziek gemeld bij [werkgever] . Het verweer van [werkgever] dat [werknemer] in april 2023 wat klusjes zou afmaken, blijkt niet (althans onvoldoende) uit de correspondentie en daarom wordt uitgegaan van opnieuw oproepen van [werknemer] voor werkzaamheden na 31 maart 2023. Dat betekent dat voor zover [werkgever] de arbeidsovereenkomst al zou hebben opgezegd per 1 april 2023 deze vanaf dan weer direct voor onbepaalde tijd is aangevangen door hem op 3 april 2023 aansluitend aan de opgezegde arbeidsovereenkomst te laten werken. Er wordt dan ook uitgegaan van een (bestaande) arbeidsovereenkomst per 1 april 2023.
€ 12.258,00 bruto(9 x (113,5 x € 12,00)). De vakantietoeslag daarover komt neer op
€ 980,64 bruto. Over 2024 beroept [werknemer] zich op een uurloon van € 13,27 en over de periode van 1 januari 2024 tot en met september 2024 heeft hij dan recht op een loon van
€ 13.555,31 bruto(9 x (113,5 x € 13,27)). De vakantietoeslag daarover komt neer op
€ 1.084,42 bruto.
€ 27.878,37 bruto(€ 12.258,00 + € 980,64 + € 13.555,31 + € 1.084,42) toewijsbaar.
6.De beslissing
27.878,37 brutoaan loon inclusief vakantietoeslag tot en met september 2024,