Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 27 februari 2025 in de zaak tussen
[verzoekster] , uit [plaats] , verzoekster,
[V.O.F.]uit [plaats] .
Inleiding
Beoordeling door de voorzieningenrechter
- [locatie 1] [plaats] ( [perceel 1] );
- [locatie 2] [plaats] ( [perceel 2] );
- [locatie 3] ( [perceel 3] ).
- Het knalapparaat moet zodanig zijn opgesteld dat er een afstand tot woningen van ten minste 250 meter is;
- Om overlast te beperken mag de uitmonding van het knalapparaat niet richting woningen en openbare weg zijn gericht;
- Het knalapparaat moet tenminste 50 meter van de openbare weg geplaatst zijn.
Deze maximale geluidwaarde is gebaseerd op het akoestisch onderzoek van 26 april 2024 dat is uitgevoerd door de omgevingsdienst naar aanleiding van een geluidklacht veroorzaakt door een knalapparaat aan [adres 2] . Het geluidniveau veroorzaakt door het knalapparaat op een woning op 250 meter afstand gesitueerd bedraagt volgens het rapport tussen de 70 en 76 dB(A).
- Het knalapparaat mag maximaal 6 keer per uur een knal produceren (een salvo van 2 knallen kort achter elkaar geldt niet als 1 knal);
- Het knalapparaat mag voor dezelfde teelt gedurende een aaneengesloten periode van maximaal 6 weken in werking zijn op hetzelfde perceel;
- Per jaar mag voor maximaal twee aaneengesloten periodes van maximaal 6 weken het knalapparaat worden toegepast op het perceel.
De beslissing
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe;
- schorst het bestreden besluit, voor zover daarin ontheffing is verleend om het knalapparaat te gebruiken op het perceel [locatie 3] ( [perceel 3] )’, tot zes weken na de beslissing op bezwaar;
- bepaalt dat het college het griffierecht van € 187,- aan verzoekster moet vergoeden;
- veroordeelt het college tot betaling van € 133,- aan proceskosten aan verzoekster.