Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 april 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser,
Dienst Toeslagen (voorheen Belastingdienst/Toeslagen), verweerder.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
5.4. De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn op 24 mei 2023 is verstreken. De rechtbank stelt ook vast dat meer dan zestig weken zijn verstreken sinds het einde van de beslistermijn. Dit betekent dat verweerder binnen twee weken na het verzenden van deze uitspraak een besluit op het bezwaar bekend moet maken. Er is geen aanleiding om in dit individuele geval een andere nadere beslistermijn te bepalen.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt verweerder op binnen twee weken na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog een besluit op bezwaar bekend te maken;
- bepaalt dat verweerder aan eiser een dwangsom van € 250,- moet betalen voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 37.500,- ;
- verklaart zich onbevoegd, voor zover het beroep ziet op het vaststellen van (de hoogte van) de verbeurde rechterlijke dwangsom en het opleggen van een termijn tot betaling van de verbeurde rechterlijke dwangsom;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 53,- aan eiser moet vergoeden;
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 453,50 aan proceskosten aan eiser.