ECLI:NL:RBZWB:2025:5082

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 augustus 2025
Publicatiedatum
4 augustus 2025
Zaaknummer
BRE 24/6162
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de aanslag afvalstoffenheffing door de rechtbank

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de aanslag afvalstoffenheffing voor het tweede halfjaar van 2023 beoordeeld. De heffingsambtenaar van de gemeente Waalwijk had op 31 januari 2024 een aanslag van € 9,22 opgelegd, welke door de belanghebbende werd betwist. De rechtbank behandelt het beroep dat is ingediend tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 11 juli 2024. Tijdens de zitting op 2 juli 2025 zijn zowel de belanghebbende als de vertegenwoordiger van de heffingsambtenaar aanwezig geweest.

De rechtbank concludeert dat de aanslag terecht is opgelegd, ondanks het verweer van de belanghebbende dat hij geen ingezetene is, omdat hij tijdelijk in Nederland verblijft als staatsburger van de Republiek der Verenigde Staten van Indonesië. De rechtbank stelt vast dat de Verordening afvalstoffenheffing 2023 van de gemeente Waalwijk bepaalt dat de gebruiker van een woning belastingplichtig is voor de afvalstoffenheffing, ongeacht het ingezetenschap. Aangezien de belanghebbende gebruiker is van de woning, is de aanslag terecht opgelegd. De rechtbank verwijst ook naar eerdere uitspraken ter ondersteuning van haar oordeel.

Uiteindelijk wordt het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de aanslag gehandhaafd blijft. De belanghebbende krijgt geen vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt op 1 augustus 2025 en kan door partijen worden aangevochten via hoger beroep bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 24/6162

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 augustus 2025 in de zaak tussen

[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Waalwijk, de heffingsambtenaar.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 11 juli 2024.
1.1.
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking van 31 januari 2024 aan belanghebbende een aanslag afvalstoffenheffing voor het tweede halfjaar van 2023 opgelegd.
1.2.
De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
1.3.
De heffingsambtenaar heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.4.
De rechtbank heeft het beroep op 2 juli 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende en [persoon 1] en namens de heffingsambtenaar mr. [persoon 2] .

Feiten

2. Aan belanghebbende is met dagtekening 31 januari 2024 een aanslag afvalstoffenheffing opgelegd voor het tweede halfjaar van 2023. De hoogte van de opgelegde aanslag is € 9,22.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank beoordeelt of de aanslagen terecht aan belanghebbende zijn opgelegd. Zij doet dat aan de hand van de argumenten die belanghebbende heeft aangevoerd, de beroepsgronden.
3.1.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn de aanslagen terecht aan belanghebbende opgelegd. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Toetsingskader van de rechtbank
4. Artikel 3 van de Verordening afvalstoffenheffing 2023 van de gemeente Waalwijk (de Verordening) bepaalt dat belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een woning of appartement.
4.1.
Belanghebbende stelt dat hij geen ingezetene is, omdat hij als staatsburger van de Republiek der Verenigde Staten van Indonesië hier tijdelijk verblijft.
4.2.
Voor zover belanghebbende hiermee bedoelt te stellen dat de aanslag ten onrechte aan hem is opgelegd omdat hij geen ingezetene is, slaagt deze beroepsgrond niet. Uit de Verordening volgt namelijk dat de gebruiker belastingplichtig is voor de afvalstoffenheffing. Het ingezetenschap vormt dus geen criterium voor de belastingheffing. Niet in geschil is dat belanghebbende gebruiker is van de woning [adres] , waardoor de aanslag is terecht aan hem opgelegd. De rechtbank verwijst in dat kader ook naar de eerdere uitspraken van deze rechtbank over eerdere jaren, in het bijzonder de uitspraken van deze rechtbank van 25 mei 2022 [1] en de uitspraken van Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 10 april 2024 in de hogerberoepsprocedures van die zaken. [2] Al het overige dat door partijen is aangevoerd leidt niet tot een ander oordeel.

Conclusie en gevolgen

5. Het beroep is ongegrond. Dit dat de aanslag afvalstoffenheffing voor het tweede jaar van 2023 gehandhaafd blijft. Omdat het beroep ongegrond is, krijgt belanghebbende zijn griffierecht niet vergoed. Ook krijgt belanghebbende geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M. Dondorp-Loopstra, rechter, in aanwezigheid van mr. J.T. Jonker, griffier, op 1 augustus 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Deze uitspraak is in Mijn Rechtspraak geplaatst en wordt aan de partij die niet digitaal procedeert aangetekend per post verzonden op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.